68
Namen der molens. Jaartallen.
Oostindische Compagnies Welvaren
voor het eerst gebruikt in 1724
De Gekroonde Burgt 1725
De Kleyne Palsrok 1725
De Twee Gebroeders 1725
De Hoop 1732
De Fortuyn 1739
In de Windt 1741
De Bijkorf gebouwd in 1750
Deze laatstgenoemde werd volgens verklaring bij de reke
ning van 1753 overgelegd naderhand genoemd de Palsrok
Door Tijd en Vlijt1). Sindsdien zijn deze namen tot in de
laatste rekening van den 200en penning nl. van 1805 2de
zelfde gebleven. Blijkens de taxaties moeten daarvan het
Oostindische Compagnies Welvaren (op de kaart van 1724
als ook in moderne bronnen ,,De Phenix" genoemd) en de
Gekroonde Burcht de grootste zijn geweest.
Omtrent den bouw der molens De Fortuyn en In den Wind
valt nog op te merken, dat zij niet meer zijn opgericht
in den Zaagmolenpolder, maar op een weitje ten Zuiden
daarvan bij het „gerecht". Laatstgemelde omstandigheid was
gezien de volksopvattingen en het bijgeloof dier dagen niet
van belang ontbloot. De notulen van Wet en Raad van Mid
delburg van 12 October 1737 bevatten dienaangaande dan
ook het volgende
Is gelezen het request van Bartholomeus van de Coppello
in qualiteit als boekhouder van de Sociëteit der Zaagmolens
te kennen gevende, dat gemelde Sociëteit van intentie was
den aanbouw te doen van nog twee zaagmolens, dicht bij het
Gerecht dezer Stad, aan het einde van den Oosterschen haven-
dijk op zeker weitje door dezelve van de weduwe de La ver
gekocht, hetgeen is leggende tegen het voorschreven Gerecht,
dan alzoo by de nieuw te bouwen molens, ook nieuwe huizen
voor het werkvolk zoo tot de molens als anderszints moeten
1Ook De Hoop en In den Wind worden palsrokken genoemd.
2) Rekenkamer van Zeeland C 4869 foliis 11 en 12.