VII der Aeltere (Augsburg, 1663) staat (p. 210) 'Am andern aber so ist ein grosser Uebelstand, warm der büchsenmeister mit eigenem calibro oder masstab nicht versehen ist, dass es gleichsam vonnöthen ware, er trüge stetigs eine balkenwaag, seine küglen damit abzuwagen, bei sich, damit er ihnen die gebührende ladung mitteilen könne diesem nur vorzukommen, so solle ein jeder büchsenmeister ein gerechten calibro in seinem besteck haben dergestalt dass. wenn er solchen nur vornen an die mündung des stücks halt, dass er alsdann gleich an demselben erfahren möge, was für ein genus oder geschlecht dies oder jenes stück seie, damit er ihme nicht allein sein rechten namen zu geben sondern auch das gewicht der kugel, so er schiessen werde, ohne einige waag wisse'. Ook in andere musea heeft men zulke caliberstaven. In de 'Instrumentensammlung' van het Sted. Museum te Cassel b.v. treft men er een aan van de hand van den bekenden uurwerk maker Jost Biirgi (15521632), beschreven als: 'ein vergol- deter Messingtab von quadratischem Querschnitt und 0,661 m. Lange. Seine vier Seiten tragen die auf derartigen Instru menten üblichen Scalen und Bezeichnungen, die eine ausser- dem die Signatur ,,W. L. Z. H, Byrgi faciebat in Cassilia".' Op het koperen staafje, toebehoorende aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, is aan één zijde de lengte van een halven Rijnlandschen voet (zes Rijnlandsche duimen) aangegeven, d.i. 15,7 cm. Op de drie andere zijden leest men resp. 'Ysser'. 'Steen' en 'Lood'. De getallen doen zien, dat bij een diameter van bv. 2 Rijnlandsche duimen een kogel behoort die, indien van ijzer, indien van steen, li/32, en indien van lood, nagenoeg 2 gewichtseenheden zal wegen". De conservator van de steenenkamer is een groot gedeelte van het jaar afwezig geweest en heeft dus geen verslag kunnen uitbrengen. De heer P. J. van der Feen Jr. heeft de herinrichting der verzameling stelselmatig voortgezet en deelt het volgende mede ,.De verzameling Romeinsche en Frankische metalen voor werpen afkomstig van het strand bij Domburg, bijeengebracht

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 13