X
van Rijn en Maas, opdat de schepen de wisselvalligheden
van de zee konden vermijden ('ut incerta maris vitarentur,'
Tacitus, Annales, XI, 20). Men heeft deze 'fossa Corbulonis'
herkend in den Vliet aan de binnenzijde van de Zuid-Holland-
sche geestgronden (Beekman, 1916, 'De fossa Corbulonis',
Tijdschr. K. Ned. Aardrijksk. Gen., Holwerda, 1925, 'Neder-
land's vroegste geschiedenis', p. 191 sq.) en aan dezen Vliet,
op Arentsburg bij Voorburg hebben eerst Reuvens en later
Holwerda een Romeinsch vlootstation ontgraven daarbij zijn
21 stuks tegels en dakpannen met het stempel C. G. P. F.
opgedolven. Blijkens de vele, goed dateerbare vondsten is dit
versterkte vlootstation van 85 tot uiterlijk 240 na Chr. in ge
bruik geweest (Holwerda. 1923, 'Arentsburg'). vrijwel de
zelfde periode, die men ook voor de Romeinsche cultuur op
Walcheren vond. Een tekst van Strabo (Geogr. IV 5, 2)
geeft reden te vermoeden, dat men eerst uit de monding van
de Schelde zee koos. Holwerda brengt dit in verband met de
Nehalennia-altaren en het vlootstempel op Walcheren.
In het verdronken land van Zuid-Beveland zijn gevonden
verschillende p ij paarden heiligen-beeldjes, uit
de 15e eeuw, die o.a. te Utrecht gebakken werden, vgl.
Catalogus Museum stad Utrecht 1928, no. 34873501. De
meeste zijn geschonden gaaf is slechts een fijn afgewerkt
beeldje (no. 1467), 10 cm. hoog, voorstellende de H. Ca-
tharina van Alexandrië, gevonden door den heer
f. C. Sinke te Yerseke en geschonken door wijlen mr. J. Loeff.
Zij is de patrones der wijsgeeren, der molenaars en der
wagenmakers en bovendien der midinettes of Cathérinettes
(de ateliermeisjes der groote modehuizen) te Parijs. Volgens
de legende leefde zij in de 4e eeuw en was een voorname,
geleerde jonkvrouw uit Alexandrië. Toen zij op achttien
jarigen leeftijd door haren ijver voor het Christelijk geloof
van zich deed spreken, riep keizer Maxentius vijftig heiden-
sche wijsgeeren bijeen om haar strikvragen te stellen. De
jeugdige Catharina verdedigde haar geloof echter op zoo
overtuigende wijze, dat hare wijsgeerige bestrijders allen tot
het Christendom bekeerd werden en dientengevolge den