103
alles op het terrein te zien en te bevragen of bij A. van der
Weg te Dordrecht. In October liet men den hoogen schoor
steen ervan in zijn geheel neerstorten. Na het opruimen van
de afbraak van den molen en van nog twee houtloodsen
verkocht genoemde Van der Weg de drie arbeiderswoningen
bij den ingang van het terrein staande met den grond geza
menlijk groot 1 H.A. 93 A. en 30 c.A. aan Cornells Klap
geheel perceel I dus en daar deze ook de hand heeft weten
te leggen op perceel II en III en ook nog op de 19 A. 20 c.A.
van perceel V, is deze ten slotte eigenaar van bijna geheel het
terrein, dat vroeger aan de Zaagmolens had behoord. Zijn
gelijknamige zoon vestigde zich in 1904 metterwoon in een
der overgebleven huizen op perceel I, bouwde daarbij eene
landbouwschuur en overleed in 1909. Perceel IV, waarop de
in 1879 verbrande houten huizen hadden gestaan, bleef in het
bezit van den oorspronkelijken kooper P. van Leerdam. De
weduwe van Cornelis Klap deed de oude arbeiderswoningen,
waarin zij en haar man gewoond hadden, afbreken en een
nieuw woonhuis bouwen, dat in den voorgevel nog een
steentje toont met den datum 14 Augustus 1912. Thans is
haar zoon Jacobus Klap na haar dood op 27 December 1927
nog eigenaar van het hofsteedje, hetgeen nog altijd „De
Zaagmolens" wordt genoemd.
Zoo zijn dan ten slotte wat hier en daar verspreide aan-
teekeningen en eene portefeuille stukken, nog bewaard in
het archief der gemeente Middelburg, voor het samenstellen
van bovenstaande geschiedenis gebruikt, een aantal teekenin-
gen 1en een steen, berustende in de verzamelingen van het
Zeeuwsch Genootschap, een schilderijtje door E. van Wulven
in het bezit der familie Rozemond, de komme op het gewezen
terrein, door den tegenwoordigen eigenaar gebruikt voor
waterput en eendenvijver, de balkengaten en wat muur
brokken van het oude „Sas", alsook nog enkele kaarten en
benamingen de weinige en onopvallende oorspronkelijke her
inneringen aan deze éénmaal bloeiende industrie.
Nagtglas, Zelandia Illustrata I p. 651.