104
Aanhangsel.
In aansluiting aan het voorafgaande zij hier nog een enkel
woord gewijd aan de bewoners der Zaagmolens, de „molens-
gasten" zooals men die noemde. Natuurlijk was zooals
bij elke ergens nieuw gevestigde industrie het geval is
ook hier een gedeelte van het personeel van elders herkomstig.
Van alle families evenwel, die daarbij werk en brood vonden,
de herkomst na te gaan zou hier te ver voeren. In het algemeen
zij hier met vermelding der namen, nl. Schuit, Rozemond,
Schreuder, Kraai. Den Hollander, Molenbroek, Nederhand,
Van Belzen, Schoolmeester, Mondeel, Buijs, Rijkse etc. vol
staan. Van de familie Schuit weten wij, dat zij herkomstig
was uit de Zaanstreek. Zulks moge blijken uit een bericht uit
de Zaandamsche Courant van Maart 1894. „Men schrijft
ons uit Middelburg. Den 16 Maart werd op de begraafplaats
te Middelburg het stoffelijk overschot bijgezet van Teuntje
Schuit, weduwe P. Rozemond, die Woensdagmorgen aldaar
in den ouderdom van 82 jaren is overleden. Wij zouden van
dit geval geen melding maken ware het niet, dat zij van de
Zaanstreek geboortig is, en naar wij vernemen op den 24 Au
gustus 1812 te Zaandam geboren, uit de echtelieden Teunis
Schuit en Menschje Wolff, die gehoor gevende aan eene
uitnoodiging van de toenmaals te Middelburgsambacht ge
vestigde Sociëteit der Zaagmolens, directeur C. Ie Nobel, met
hun gezin in 1823 herwaarts vertrokken om aldaar werkzaam
te zijn op een der acht windhoutzaagmolens, welke nu alle
zijn afgebroken en vervangen door eene stoomhoutzagerij.
Eenige jaren na zijne aankomst in Middelburg werd Teunis
Schuit, door een balk, die opgehaald werd van den molen „de
Houtnegotie" afgeslagen, waarvan hij aan eene hersenschud
ding overleed (27 Januari 1838). Zijne dochterTeuntje steunde
zooveel mogelijk het hulpelooze gezin, daar de verwarde toe
stand der Sociëteit niet toeliet zich ook nog om het lot van
een ondergeschikte te bekommeren." Twee zijner kinderen
Cornelis en Dirk moesten evenwel tijdelijk in eene weezen-
kolonie in Noord-Holland onderkomen vinden, daar zich hier
niemand hunner kon aantrekken. De jongste zoon Arie werd