105
na het vertrek van Samuel Rozemond naar Zierikzee in
1882 op de molens als baas aangesteld. Van de Roze-
monds zijn voor het minst drie geslachten aan de Zaag
molens verbonden geweest. De oudst bekende hiervan Pieter,
die er langen tijd meesterknecht-houtzager is geweest, genoot
de reputatie van kundig weervoorspeller. Een naar aanleiding
van zijn overlijden ingezonden stukje in het Zeeuwsche
Advertentie-blad van Maandag 4 Juni 1888 vermeldt in elk
geval de proef op de som als volgt „Menig boerenvrouwtje
voor naar de stad te gaan polste dan ook eerst den ouden
Piet en zeide hij „Stel je maar gerust. Er is niks geen gevaar
bij dan gingen zij zeer zeker er op door en het kwam ge
woonlijk uit zooals hij gezegd had." Zijn zoon Samuel, die zich
op de school van meester Douw te Nieuwland een goed
handschrift had eigen gemaakt, werd na den overgang der
Zaagmolens in handen der firma Den Bouwmeester, Borsius
en Van der Leijé in 1860 bedrijfsleider, vertrok in 1882
als vertegenwoordiger der firma naar Zierikzee, doch kwam
in 1884 te Middelburg terug, alwaar hij in dienst van
genoemde firma aan de „Volharding" in 1908 is gepen
sioneerd en op 26 September 1926 in den ouderdom van
90 jaar overleden. Een zoon Samuel heeft hem daar op
gevolgd. Van de hand van zijnen oudsten zoon Pieter.
16 Januari 1861 op de Zaagmolens geboren, een oud
schoolkameraad en vriend, bezit schrijver dezes eene schil
derachtige beschrijving van den aanblik van deze zijne
„bakermat", waarin de tegenstelling tusschen de drukke be
drijvigheid op het terrein en de stille landelijke omgeving
sprekend tot uiting komt. Zoo was het bv. op den zaagmolen
vaak eenigszins een gedrang in verband met het vullen der
zaagselzakken hetzij dan door den bakker zelf of zijn knecht,
vaak bijgestaan door „Proepe", eene Arnemuidsche vrouw, die
daarbij nog veel nut had van haar „stompje" eene hand
zonder vingers waarmee zij de jeugd gevoelig kon terecht
wijzen. Deze laatste, vaak aanwezig en bereid ook een handje
te helpen, was evenwel eenigszins schuw van den stilstaanden
molen zonder wieken „Het Fortuin", want daar spookte het,