110 Toen in 1813 de gezegende omwenteling in ons Vaderland plaats greep bleef het 4de district der provincie Zeeland, te voren deel uitmakende van de zoogenaamde Generaliteits landen onder den naam van Staats-Vlaanderen, nog tot Mei 1814 in de magt der Franschen, dan op den derden dier maand kwam de heer Commissaris-generaal De Jonge 1en nam bezit van het district in naam van Zijne K. H. den Souvereinen Vorst der Nederlanden, thans onzen geliefden Koning. Het district werd dadelijk bij de provincie Zeeland gevoegd om daarvan voortaan deel te maken 2). In 1815 werden, zooals bekend is, de voormalige Oosten- rijksche Nederlanden met de voormalige zeven gewesten der Nederlanden vereenigd en het koningrijk der Nederlanden onder het stamhuis van Oranje opgerigt. De vereeniging van de gezamentlijke Nederlanden tot één koningrijk had klaarblijkelijk ten doel een voormuur tegen Frankrijk daar te stellen en dit doel ware, wanneer de bestanddeelen van hetzelve zich beter en inniger hadden kunnen vereenigen, ook volkomen bereikt geworden. Dan de volksaard van Zuid en Noord was te vreemd aan elkander om een goed geheel uit te maken. De bewoners der Noor delijke provinciën, zints eeuwen aan eene milde en ge- meenebestgezinde regeringswijze gewoon, bezaten de noodige zelfstandigheid om prijs op de herkregene vrijheid en onaf hankelijkheid te stellen. De bewoners der Zuidelijke gewesten daarentegen hadden zedert eeuwen dan onder de eene dan weder onder de andere mogendheid geleefd en daardoor alle 1) Mr. Francois Clement de Jonge, geboren te Zierikzee in 1766, overleden in 1834, begaf zich in 1814 als Commissaris van den Souve reinen Vorst naar Staats-Vlaanderen om aldaar de regeering te regelen. 2) Bij de wet van 20 Juli 1814.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 178