XI
marteldood op den brandstapel ondergingen nog eerder dan
Catharina zelve terechtgesteld werd. Zij zou gefolterd worden
op een rad met scherpe punten, maar op haar gebed brak het
foltertuig en zij werd onthoofd. Engelen brachten haar stof
felijk overschot naar den berg Sinaï, waar het begraven werd,
en waar men omstreeks 800 haar graf ontdekte.
Men ziet haar hier, voorzien van hare attributen, voor
gesteld in een geplooid kleed, een diadeem op het lange los
hangende, fraai golvende haar. Aan hare rechterzijde staat
een rad hare rechterhand rust op het gevest van een slag
zwaard. In de linkerhand houdt zij een opengeslagen boek.
Hare voeten vertrappen een vormelooze massa, die, naar men
zegt, keizer Maxentius moet voorstellen.
Dat de Christelijke wijsbegeerte in de Middeleeuwen haar
tot beschermheilige verkoos, is uit de legende eenigszins be
grijpelijk. Molenaars en wagenmakers vonden misschien
slechts in haar attribuut, het rad, een aanleiding om in nadere
betrekking tot haar te treden. Wil men de aanwezigheid van
haar beeldje in een Zuid-Bevelandsch dorp verklaren, dan
zal men wel eerder aan een wijsgeerigen molenaar of wagen
maker dan aan een malenden wijsgeer moeten denken
Thans volgt het verslag der conservatrice van de ouder-
wetsche kamer en de Zeeuwsche kleeder
drachten:
„De verzameling van de oude Zeeuwsche kleederdrachten
werd dit jaar uitgebreid met
No. 2056. 4 zijden Axelsche jakjes en 11 kralen beuk-
versieringen. Geschenk van mej. van der WerfMoes,
Terneuzen.
No. 2055. Oud N. B. kleeding jakje, schort, doekje en
krullen, tot 1934 gedragen door vrouwtje van 97 jaar.
Geschenk van Dr. Gelderman, Kortgene.
Mevr. Gelderman-Schouten was zoo vriendelijk het mutsje
met echte kant en de ondermuts in het oude model er bij te
laten vervaardigen, zoodat dit costuum compleet is.
No. 2057. 2 Walchersche kaphoeden 1870. Eenige