115 zoodat men geene financiële zaken kon verrigten. Om zich hiervoor eenigzints schadeloos te stellen liet men den heer burgemeester, secretaris Bekaar en raadslid Groenewoud, na de Belgische vlag op den toren te hebben geplaatst, een ge schrift teekenen, waarbij die heeren hun verlangen te kennen gaven om met België te worden vereenigd, met bijvoeging dat dit ook het verlangen der ingezetenen was. Of het tee kenen van dit geschrift een gevolg was van vrees of vooruit- zigt van verheffing tot hoogere posten geweest zij, is alsnog een raadsel. In beide gevallen is het echter altijd schandelijk. De heer I. Benteijn1), bij wien Grégoire aan huis was, weigerde hetzelve geschrift te teekenen. Grégoire had dan ook nog de stoutheid om den burge meester van Waterlandkerkje2) bij een brief, door den heer Bekaar voornoemd geschreven3), te gelasten de Belgische vlag op te steken, hetgeen echter niet is geschied, zijnde het handteeken van Grégoire door den heer Brevet als burge meester van IJzendijke gelegaliseerd4). Na dit uitstapje, waarschijnlijk met oogmerk om den geest der bevolking te polsen ondernomen 5), keerde de bende terug en begaf zich naar Sas van Gent en verder naar Axel en Neuzen, waarschijnlijk met gelijk oogmerk. Te Sas van Gent werd tengevolge van het neerleggen van zijnen post door den burgemeester den heer Van Frankenberg en Proschlitz een andere burgemeester, zekere Johannes de Meijer, aan gesteld. Hoe treffend steekt het gedrag van den heer Fran kenberg af bij dat van den burgemeester te IJzendijke Zijnde het mijns inziens voornamelijk aan de houding der 1) Mr. Johannes Isaac Benteijn, geboren te Groede in 1769. notaris te IJzendijke van 1796 of 1797 tot 1814, komt in 1819 voor als burge meester dier gemeente, overleden in 1844. 2) Jacob Pattist, geboren te Groede in 1769, landbouwer onder Water- landkerkje en burgemeester van die gemeente, overleden in 1834. 3) Dit is onjuist, zie hierna. 4) Zie den tekst van dit stuk, dat geheel geschreven was door burgemeester Brevet, in mijn Belgische aanvallen, blz. 62. 5) Zie over Grégoire's bezoek aan IJzendijke, mijn Belgische aan vallen, blz. 59 vlg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 183