117 op om Sluis te hulp te komen, doch te Oostburg komende vernam men dat het gevaar was geweken, waarna zij huis waarts keerden 1 Den 22en October vernam men te Schoondijke al vroeg tijdig de aankomst eener nieuwe bende Belgen onder aan voering van Grégoire te IJzendijke. De burgers kwamen dadelijk onder de wapenen en men stelde zich in staat van tegenweer. De brigadier der maréchaussée Van Cleef 2), een braaf militair, en twee maréchaussees, die zich te Schoondijke bevonden, begaven zich op verkenning naar IJzendijke en keerden weldra met het berigt dat de Belgen te IJzendijke waren binnengetrokken terug. De plaatselijke besturen van Breskens, Groede en Oostburg werden daarvan verwittigd en hielden zich tot het verleenen van hulp gereed. Zelfs kwamen eenige burgers van Breskens onder aanvoering van den heer kapitein der schutterij Roseveld3) te Schoondijke en bleven daar totdat het gevaar over was 4 De bende Belgen trok intusschen uit IJzendijke en begaf zich over Waterlandkerkje naar Oostburg en bleef aan den ingang der stad gelegerd gedurende de onderhandelingen, die Grégoire met het stedelijk bestuur hield. De onderhandelingen hadden ten gevolge eene overeenkomst, waarbij was bepaald dat de burgers geen gebruik van hunne wapenen tegen de muiters zouden maken en dat deze daarentegen, na eenige ververschingen genoten te hebben, de plaats zouden doortrek ken zonder den ingezetenen eenigen den minsten overlast aan te doen, terwijl men van de zijde der burgers wel uitdrukkelijk had bedongen dat deze overeenkomst geheel zoude vervallen indien er militaire hulp, die men verwagtte, mogt opdagen 3). 1Zie mijn Belgische aanvallen, blz. 98. 2) Johannes Gerardus van Kleef, brigadier der 2e klasse bij de maréchaussée. vroeger te Diksmude gestationeerd, omstreeks 8 Oct. 1830 te Sluis, later te Schoondijke. 3) Johannes Jacobus van Rosevelt, geboren te Vlissingen omstreeks 1786, in 1830 rijksontvanger te Schoondijke en kapitein van de 3e com pagnie 5e bataillon der rustende schutterij in Zeeland. 4) Zie mijn Belgische aanvallen, blz. 65. 5) Deze voorstelling schijnt onjuist. Vgl. mijn Belg. aanvallen, blz. 83,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 185