119
penden burgemeester van Groede 1verwelkomd met aanbod
van alle mogelijke hulp te verkenen, ofschoon het gedrag dier
gemeente naderhand aan het tentoongespreide vertoon van
moed van haren burgemeester niet heeft beantwoord2).
Aan wien dit kan en moet worden toegeschreven is mij
onbekend.
Eene afdeeling dier troepen onder aanvoering van den heer
kapitein Groeneveld rukte op en werd te Schoondijke, alwaar
de burgerij zich onder de wapenen bevond, van twee guides
voorzien om hem naar Oostburg te geleiden. Te Oostburg
komende werd de troep in twee deelen gesplitst. Eene daarvan
trok de plaats binnen, de Brouwerijstraat door en over de
Markt, om de Belgen in de Langestraat aan te vallen, terwijl
het ander gedeelte langs den tragel trok om den vijand den
terugtogt af te snijden, hetgeen ook volkomen zou gelukt zijn
ware het niet dat de burgers van Oostburg, welke zich mede
in hinderlaag hadden gelegd, door den duister misleid en niet
wetende waar het insluitende gedeelte onzer troepen stondt,
op dezelve hadden gevuurd, waardoor ongelukkig een soldaat
sneuvelde en een ander gekwetst werd en vervolgens ver
warring veroorzaakte, hetgeen den Belgen die, van voren
aangevallen, na eenmaal gevuurd te hebben schandelijk vlug-
teden, gelegenheid gaf te ontkomen na vier dooden op de
plaats te hebben gelaten 3).
De lafhartige Grégoire, aldus van Oostburg verjaagd,
vlugtte met omtrent 26 man zijner bende over Waterland
kerkje4) naar Watervliet en verder naar Gend, schreeuwende
over verraad hem te Oostburg aangedaan, ofschoon men
aldaar zelf te naauwgezet getrouw aan het aan eenen ver
rader en muiteling gegeven woord was gebleven, daar Gré-
1) Adriaan van Geelkerken, geb. te Middelburg in 1780, arts te
Groede, in den Franschen tijd maire en later tot op zijn overlijden in 1846
burgemeester van die gemeente.
2) Vgl. mijn Belgische aanvallen, blz. 245.
3) Zie over het voorgevallene te Oostburg op 22 Oct. 1830 mijn
Belgische aanvallen, blz. 68 vlg.
4) Als voren, blz. 79.