122
hulp of bijstand van dezen ontvangende was hij genoodzaakt
om. nadat de le luitenant Kerckoirle1) van de 5e Afdeeling
met 25 man zich nog bij hem had gevoegd. Sluis te verlaten en
achterom2op Oostburg terug te trekken, alwaar zij des
nachts aankwamen, wordende Sluis dienvolgends door den
vijand bezet3).
Inmiddels hadden de onzen de draaibrug op den straatweg
naar en op een half uur afstand van Sluis verbrand, hetgeen
zeer noodig was en door de voorzigtigheid werd geboden4).
Pontécoulant trok des nachts met omtrent 600 man uit
Sluis op Oostburg doch aan de draaibrug komende was hij
genoodzaakt zich regts af naar Aardenburg te wenden,
alwaar hij omtrent één uur na middernacht aankwam 5).
Te Aardenburg was Grégoire in den nademiddag van den
30e October mede aangekomen met omtrent 800 man van
zijn zoogenaamd vrijkorps en nog eenige duizenden, men zegt
6 a 8000, ingezetenen uit de provinciën van Oost- en West-
Vlaanderen, die op de roepstem hunner geestelijke herders
waren toegesneld om Oostburg en verder het geheele district
te helpen plunderen en uitmoorden ter wraakneming van het
vermeend gepleegd verraad aan Grégoire6).
Deze vereenigde magt trok nu den 31 October 1830 naar
Oostburg en kwamen aldaar omtrent half twaalf uren in den
voormiddag aan, niet anders denkende of alles zou op het
gezigt dier helden met schrik en ontsteltenis de vlugt nemen
en hun de plaats zonder slag of stoot inruimen. En waarlijk,
zonder den moed van eenige weinige braven als de heeren
kapitein Groeneveld van de 10e Afdeeling, die zwaar gewond
1) Wouterus Josephus van Kerckoirle, geb. te Zaltbommel omstreeks
1791, in 1829 eerste luit. bij de 5c Aid. infanterie, overleden 26 Mei 1832
te Aardenburg, ridder M. W.
2) D. i. binnendoor, niet langs de groote route Sluis-Draaibrug-
Oostburg.
3) Zie voor uitvoeriger berichten betreffende het voorgevallene te
Sluis op 29 October 1830 mijn Belgische aanvallen, blz. 101 vlg.
tAls voren, blz. 103, 126.
5) Als voren, blz. 126.
6) Als voren, blz. 119.