XIII
„Na de restauratie van twee der benedenvertrekken, werd
voor zoover de plaatsruimte dit toeliet, met een meer syste
matische groepeering der schilderijen doorgegaan.
In het grootste vertrek werden in hoofdzaak stukken bijeen
gehangen, die zijn vervaardigd in het laatst der 17e en in
de 18e eeuw. Sommige hiervan vertoonen een goed beeld van
den geest van dien tijd.
In de kleinere kamer vonden eenige schilderijen van ouderen
datum een plaats, waaronder die van Adr. van der Venne
en enkele toegeschreven aan Holbein.
De afbeeldingen van de Koningen Willem I, II en III,
werden in de vergaderzaal opgehangen.
In een der doorgangen tusschen de twee genoemde ver
trekken werd een vitrine getimmerd, waardoor gelegenheid
ontstond verschillende voorwerpen van kleinkunst beter te
etaleeren.
Het aanzien van beide vertrekken zou nog verbeterd kunnen
worden, wanneer eenige kleine meubelen ter plaatsing langs
de wanden ter beschikking zouden zijn en op den grond een
tapijt werd gelegd
De conservator der munten en penningen bericht
„In het afgeloopen jaar waren de aanwinsten van het Munt
en Penningkabinet niet talrijk en evenmin van groote betee-
kenis. Vermeldenswaard is alleen een zeer fraai exemplaar
van den St. Andriesgulden van Karei den Stoute, geslagen te
Antwerpen, welk stuk te Koudekerke werd gevonden. Een
soortgelijke munt, gevonden te Zoutelande, doch niet zoo goed
bewaard gebleven, kwam reeds in de verzameling van het
Genootschap voor.
De beide aangeworven penningen werden verkregen krach
tens het lidmaatschap van het Genootschap van de Vereeni-
ging voor Penningkunst.
De gebruikelijke opsomming der aanwinsten volgt hier
onder.
A. Penningen.
1. 1935. Penning, geslagen in opdracht van de