138 Het is schrijver dezes bekend, welk een veelvuldige moeite burgemeester Fernhout zich getroost heeft, elders te vinden wat uit de gemeentelijke schatkist niet op te diepen viel. Ook andere pogingen zijn nog aangewend of overwogen o.a. om door middel van een drietal plaatselijke vereenigingen, wier werkingsfeer geacht kon worden zich min of meer tot deze zaak uit te strekken, althans er aan te palen, het mini mum-bedrag bijeen te doen brengen. Maar dit alles leverde toch niets op. Twee leden van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen een Vlissinger en een Middelburger die van dezen stand van zaken op de hoogte waren, opperden toen tenslotte het denkbeeld een inzameling te houden onder de op Walcheren of in Zeeland wonende leden van het Genoot schap, teneinde aldus den benoodigden „bruidschat" bijeen te brengen. Het bestuur van het Zeeuwsch Genootschap, sympathiek tegenover de bedoeling staande, oordeelde niet temin den vorm eener inzameling in deze tijden minder wenschelijk, doch het deed tegelijkertijd een betere oplossing aan de hand waardeerende de opvatting van den maker van was daarom uitgesloten en de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg droeg derhalve E. op, onder toezicht van prof. Odé, lid dier commissie, een nieuw ontwerp in steen te maken. Dit beeld moest aansluiten bij de nog bestaande beelden, uiteraard naar de opvattingen van dezen tijd zonder te trachten een slaafsche Barok-imitatie te worden. De Barokstijl van den geheelen gevel geeft ook de beelden een zeer bewogen stand. Bij nadere bestudeering bleek echter dra, dat de beelden - die naast elkaar staan een tegengestelden stand hebben, of eikaars spiegel beeld zijn daarmede was de voornaamste stand voor het nieuwe vierde beeld tevens bepaald. Een rasechte negerin bleek in Rotterdam noch in Den Haag te vinden en zoo heeft een bruikbaar Hollandsch model gediend daarbij zijn de noodzakelijke modificaties aangebracht. De eisch van een sterk gepronon ceerd type was trouwens niet gesteld. Half Maart 1934 was het gipsmodel gereed en daarna is het uit een 2.7 ton zwaar blok Gildenhauser zandsteen gehakt en half Juli werd het op den inmiddels nieuw opgetrokken gevel geplaatst. De Rijkscommissie was voldaan over de uitvoering, aan haar opdracht gegeven. Een afbeelding van dit beeld treft men bij dit artikel aan. S.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 208