XVIII Schelde. Over deze vondsten van 1934 verschenen voor- loopige berichten in de dagbladpers en een mededeeling van Dr. A. B. van Deinse in 'Handelingen van het 25e Neder- landsch Natuur- en Geneeskundig Congres' 1935. Hierin wordt gesproken over 'een paar scheepsladingen' fossielen, die te Philippine zouden zijn aangebracht dit wenscht van Deinse te verbeteren, daar het op overdreven berichten berust. Volkomen juist is echter schrijvers mededeeling, 'dat de Wester-Schelde en de Roompot in de laatste jaren honderden belangwekkende stukken hebben opgeleverd'. Bij de vondsten van 1934, die ten deele in ons museum berusten, is het vol gende uit Mioceen of Plioceen opmerkelijk Tanden van Carcharodon megalodon Ag., een reusachtige haai, de grootste soort, die fossiel of recent bekend is de lengte wordt op aanmerkelijk meer dan 12 M. geschat. (Det. M. v. d. Geyn.) Een twintigtal tanden van Scaldicetus caretti du Bus, 'Schelde-potvisch' van deze soort waren in de vorige eeuw vele resten gevonden bij den aanleg der fortificaties rond Antwerpen uit Nederland waren totnogtoe slechts bekend 4 tanden uit den Needschen berg (Geld.) (zie diss, van Deinse) en een tand in 1932. uit de Wester-Schelde opge- vischt (thans in Rijks-H.B.S. Terneuzen, afgietsel in ons museum). (Det. A. B. van Deinse.) 15 Bullae van fossiele walvisschen Balaenidaeen vin- visschen (Balaenopteridae) de bulla hangt samen met den schedel en is een deel van het gehoororgaan. (Det. A. B. van Deinse.) Rostra van Choneziphius planirostris G. Cuv. (misschien ook van een andere soort), een dolfijn, ook reeds eerder uit de Schelde opgehaald. Het onderzoek der pleistoceene landdieren uit Zeeland wordt hier en elders geleidelijk voortgezet. Aan het voor- loopige soortenlijstje in 'Archief' 1934 p. XXI kan blijkens determinatie van Dr. Th. Raven te Utrecht toegevoegd wor den de oeros, Bos primigenius Bojanus, vertegenwoordigd door een onderkaaksbeen met tanden in ons museum en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 24