XX musea. Deze deelen zijn opzettelijk door de walvischvaarders medegebracht, omdat men ze op de terugreis, rechtopstaande naast de masten en aan de achter- onder-zij de doorboord, liet uitdruipen, teneinde de beender-'kneuk'-olie te kunnen verzamelenNa het winnen van de beendertraan berden de geweldige onderkaakshelften voor talrijke doeleinden ge bruikt. Men kende en kent ze nog als schuurpalen in de wei voor het vee (Noord- en Zuid-Holland, Friesland en Gro ningen);' enz. F. Martinet, 1778, schrijft in zijn 'Katechismus der na tuur' (een populaire natuurlijke historie in vragen en ant woorden) II p. 345 sqq. 'Gij kunt van (de grootte van) den Kop oordeelen, als gij de Kaakebeenen, die in de Hollandsche weiden tot schurken voor het Vee gezet zijn, beschouwt Vraag En mag hij den naam noch dragen van eenen nuttigen Visch Antwoord Op het groot nut der Kaakebeenen voor onze weiden zal ik mij niet beroepen want we kunnen ons van houten Paaien, hoewel niet zo duurzaam, gelijk ook ge schiedt, bedienenIs niet de Olie der beenderen deezes Vischs, onder den naam van Knokolie bekend, voordeelig in kneuzingen V Wanneer zijn de onderkaken en andere beenderen van den Groenlandschen walvisch in Zeeland aangevoerd De noord- sche Compagnie werd in 1614 in Holland opgericht in hoofd zaak voor deze visscherij in de noordelijke zeeën. (Bijzonder heden ontleend aan mr. S. Muller Fzn., 1874 'Geschiedenis der Noordsche Compagnie'). In 1617 werd deze compagnie uitgebreid met kamers te Vlissingen, Middelburg en Veere. Onder de deelhebbers en reeders vindt men welbekende namen als Jan Lampsins en Jan de Moor te Vlissingen, Pieter Courten te Middelburg. De Zeeuwsche kamers bleven bestaan tot het einde der Noordsche Compagnie in 1642. Ook later is uit Zeeuwsche havens wal visch vangst uitge oefend, want blijkens de stadsrekeningen van Middelburg (bewerking Kesteloo, 'Archief' dl. 8, st. 5, p. 146) heeft nog tusschen 1752 en 1764 het stadsbestuur dit bedrijf geldelijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 26