10 Franken en Angelsaksen moeten in het midden der 9e eeuw ons eiland hebben bewoond, in ieder geval de kusten ervan. De Noormannen hebben in ons land geen eigen munt ge slagen zij waren steeds kort op een en dezelfde plaats ge vestigd en, wat meer zegt, het ontbrak hun aan het benoo- digde muntmateriaal. Wel zou men met eenigen grond van waarheid aan hun invloed een groep der sceattas kunnen toe schrijven, de zoogenaamde Wodan-monster-serie deze vertoo- nen op de keerzijde een omzienden draak, die zich in den staart bijt. In een uitvoerige, zeer gedocumenteerde studie „On the 'Wodan-monster' or the 'Dragon-series of the Anglo-Saxon Sceattas" by Colonel N. T. Belaiew, C. B., M. R. I„ reprinted from the "Seminarium Kondakovianum" vol. VII p. 169184 (Praha, Kondakov-Institute, 1935) wordt aangevoerd, dat het type is ontleend aan de "Scytho-Siberian" kuituur. De kop van den draak is afgeleid van een beer. "The motive of a bear with a head turned backwards is very popular in Scythian art." Volgens kolonel Belaiew is deze Wodan- monster-serie een beslist Friesche muntslag geweest. Men ontgraaft ze uit den bodem van het geheele oude Fries land. dat immers van af de Eems tot aan het Zwin liep. Dit ontwikkelde volk, dat overal in Europa zijn bloeiende koloniën bezat, moet een eigen muntslag hebben gehad. Het is zonderling, dat men dit niet vroeger heeft bedacht, ofschoon Engel Serrure er een hoofdstuk in hun standaardwerk aan wijden, maar de Friesche munten in hoofdzaak eerst in den laat-Frankischen tijd laten beginnen. Met het wonen van Friezen aan de Oostzee en met Nowgorod als voorname Friesche kolonie breng ik in ver band. dat niet lang geleden een ornament, mogelijk fragment eener fibula, in de duinstreek van Westelijk Schouwen is gevonden, dat een duidelijk Scythisch-Siberisch type ver toond. De eigenaar, de bekende oudheidkundige J. A. Hu- bregtse te Burgh, kon het niet thuisbrengen. Dank zij de studies van den heer Belaiew kon ik hem overtuigen, dat wij hier met een ornament te doen hadden, dat zijn oor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 68