11 sprong uit Rusland of daaromtrent moet hebben genomen1). Uit Engeland stammen zonder eenigen twijfel een groot aantal sceatta-typen, meest alle van hooge kunst getuigende, die den Angelsaksischen stempelsnijders uit dien tijd alle eer aandoen. Het strand van Domburg leverde voorbeelden ervan. Veel grooter is onder de Domburgsche vondsten echter het aantal sceattas, waarvan het oorspronkelijke type, waar schijnlijk in Engeland ontstaan, zoodanig is verbasterd, dat men wel moet aannemen, dat zij door minder beschaafde menschen dan de toenmalige Engelschen zijn vervaardigd. De meest voorkomende hebben een verbasterd koningshoofd met of zonder runen en een kruis met vier stippen op de keerzijde, terwijl evenveel oudere sceattas een figuur laten zien, zoo verbasterd, dat de geleerden het niet eens zijn, of men er een misvormd menschelijk profiel, dan wel een ver basterde wolvin in moet zien. De andere zijde heeft een vierkant, waarin figuren, afgeleid van de kleinbronzen van Constantinus II, te Londen gemunt. (Nabootsing van den VOT Romeinschen standaard, waarin Men heeft wel eens gemeend, dat deze slordige sceattas, die in ons land en overal, waar de Friezen zich hadden ge- 1) Vele archaeologen zijn het er tegenwoordig over eens, dat de opengewerkte sieraden met dierenfiguren en andere soortgelijke en daarvan afgeleide modellen en motieven van Zuid-Rusland uit over Europa ver spreid zijn. Vgl. o.a. G. O. Boroffka, „Das Kunstgewerbe der Skythen" in Bossert, „Geschichte des Kunstgewerbes" I en andere werken van Boroffka. Men neemt gewoonlijk aan, dat de Goten bij de verspreiding dezer typen naar West^Europa via het stroomgebied van den Donau een rol hebben gespeeld. Ook in Frankrijk zijn zulke „plaques ajourées" veelvuldig en in verschillende typen gevonden dit is, dunkt mij, een andere weg, waarlangs deze voorwerpen Zeeland bereikt kunnen hebben. Vgl. H. Holwerda, 1925, Nederlands vroegste geschiedenis, 2e dr., p. 234 sqq. Van der Feen. In dit verband is opmerkelijk, dat Sir Arthur Evans, die in Juni 11. de muntenverzameling van het Zeeuwsch Genootschap bezocht, bezig is te bewijzen, dat sommige der bij Domburg gevonden vroeg-Frankische nabootsingen van Byzantijnsche trientes (zie boven p. 4)) afkomstig zijn van de Visigoten in Zuid-Frankrijk of Spanje. M. G. A. de Man.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 69