12 vestigd, zijn gevonden, hier te lande zijn vervaardigd, eene hypothese, die ook de mijne is geweest. Colonel Belaiew ziet in deze serie een specialen Frieschen muntslag, een zienswijze, die veel waarschijnlijkheid in zich bevat, maar nog niet genoeg is bestudeerd geworden om ze als zeker aan te nemen. Doet men dit wèl. dan is daarmede het zonderlinge verschijnsel verdwenen, dat een machtig handelsvolk als de Friezen geen munt zou hebben geslagen. Zooals ik zeide, treft men deze soort sceattas overal aan, waar de Friezen zich hebben ver toond, zoowel in het Noorden als in het Zuiden van Europa. Walcheren was, zooals wij gezien hebben, een plaats, waar volksstammen van zeer verschillenden aard hebben gewoond, al naar gelang de politieke toestand dit gedoogde. Het eiland was zoowel van de zeezijde, als door de binnenwateren bereikbaar. De Noormannen onder Harald en later onder Rorik hebben er jarenlang gewoond en van hieruit hebben zij vele strooptochten naar de Westkust van Schouwen die toen zeker bewoond wasen verder in het binnenland 1 ondernomen, rijken buit mede terugvoerende. Het zal op Walcheren niet aan sceattas hebben ontbroken. Zijn de tal rijke te Domburg gevondene alle uit de begraafplaatsen af komstig, dan moeten zeer vele kisten door de zee verzwolgen zijn geworden. Midden zevende eeuw waren de sceattas in Engeland reeds in omloop en bleven dit tot het einde der achtste, toen ze door de penny zijn vervangen. Op één uitzondering na, is bij Domburg geen penny te voorschijn gekomen. In ons land zullen de sceattas en wel voornamelijk de verbasterde, m.a.w. de latere, tegelijkertijd met het Frankische geld in omloop zijn gebleven, en dit te meer, als men ze voor een muntslag der Friezen mag houden, iets, wat nog nader moet worden bestudeerd. Na het einde der negende eeuw schijnt men te Domburg 1) Dit mogelijk in tegenstelling met wat Prof. J. de Vries in zijn ..De Wikingen in de lage landen bij de zee" (p. 138) schrijft,,Wij kunnen hier nauwelijks denken aan de Zeeuwsche eilanden, daar deze destijds niet veel meer dan schorren en gorzen waren".

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 70