15 het strand bij Domburg gevonden waren. Toen de heer van Woelderen als burgemeester van Vlissingen zijn collectie munten en penningen aan het Stedelijk Museum zijner ge meente geschonken had, schreef de heer H. G. van Grol, conservator, in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 3 Dec. 1926 avondblad C na een opsomming der geschonken Ro- meinsche munten dan ook "Voor het grootste deel zijn deze munten afkomstig van het Domburgsche strand' Ik had te minder reden deze mededeeling te betwijfelen, omdat de Schrijver in den aanhef mejuffrouw de Man voor hare hulp bij het inventariseeren bedankte, en ik nam de Domburgsche herkomst ten onrechte als zeker aan in het slot van mijn 'Aanteekeningen bij Nehalennia-literatuur' in dit "Archief" 1927 p. 6, Na het verschijnen van mijn artikeltje heeft me juffrouw de Man mij de ware toedracht verteld. Ten over vloede heeft mejuffrouw de Man thans (October 1936) de moeite genomen de Romeinsche munten in het Stedelijk Museum te Vlissingen te gaan bezichtigen en heeft daarbij, onder meer op grond van uiterlijk en type, geconstateerd, dat deze munten, op een enkele uitzondering na, niet van het Domburgsche strand afkomstig zijn. Ik hoop, dat de reeks van misverstanden te goeder trouw met deze mijn rectificatie gesloten is en het nu duidelijk is, dat de interessante Romeinsche munten in het Stedelijk Mu seum te Vlissingen, op een enkele uitzondering na, niet in Zeeland gevonden zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 73