32 Na het overlijden van Anna van Bourgondië van Ravestein. 1508, krijgen kasteel en heerlijkheid verschillende eigenaars. Toch blijft Popkensburg de officieele naam ook voor de heerlijkheid. Eerst volgens den leenbrief van 1652 heet het ambacht St.-Laurens 4). Van 1716 af zijn en blijven de beide bezittingen onafgebroken in ééne hand. Tot dusverre bezaten wij voor de geschiedenis van, het ambacht oudere bruikbare gegevens dan voor die van het kasteel. Het laatste is aanvankelijk een vrij eigen goed, dat in de officieele registers niet wordt genoemd, terwijl daaren tegen fragmenten van de historie der heerlijkheid zijn terug te vinden in de Zeeuwsche grafelijke rekeningen2). Van deze gegevens is nog nimmer systematisch gebruik gemaakt. Wij weten, dat het ambacht in de 14e en 15e eeuwen toebehoorde aan de heeren van Borssele-Brigdamme. De oudst-bewaarde rekening van den rentmeester van Zeeland, 1318/9, bevat echter geene aanwijzingen, dat het geslacht Van Borssele destijds reeds in het ambacht Popkensburg gegoed was 3). In deze rekening staan vier zoons van Henric Haveloes te boek voor 300 gemet ambachts, de heer van Beaumont (Jan van Henegouwen) voor 183 gemet 100 roede en twee zoons van Jacob Wouterszoon voor 25 gemet 4 Er is dan een hiaat in de rekeningen. De eerstvolgende loopt over 1330/1. Zij is weinig omvangrijk en vermeldt slechts verandering in de verdeeling van het ambachtsbezit der zonen van Heinric Haveloes5). Die over 1331/3 geeft de volgende opsomming 1Lasonder, a.w., blz. 367. 2) Deze berusten in het Rijksarchief te Middelburg. 3) H. G. Hamaker, De rekeningen der grafelijkheid van Zeeland onder het Henegouwsche Huis, I, blz. 5 vlg. 4) Hamaker, a.w., I, blz. 28. De gerechtigden bezaten slechts eenige heerlijke bevoegdheden op grond, die in eigendom aan anderen toekwam. 5) Hamaker, a.w., I, blz. 232.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 90