DE MUNTEN, TOT NU TOE OP EN IN
HET STRAND BIJ DOMBURG GEVONDEN,
GEVEN SLECHTS BIJ BENADERING LICHT
OVER DE TOENMALIGE BEVOLKING EN
OVER DEN TIJD, DAT DE KUSTSTREKEN
ZIJN BEWOOND GEWEEST
DOOR
MARIE G. A. DE MAN.
Er zijn in Zeeland voornamelijk twee terreinen, waar vond
sten van munten, vaatwerk en scherven ervan, alsmede kleine
gebruiksvoorwerpen der vroegere bewoners het eenigszins
mogelijk maken de oude toestanden van die gronden te
leeren kennen. Dit zijn a. het strand van Walcheren en,
meer bepaaldelijk, de streek van af het voormalig fort Den
Haak, bij Vrouwenpolder gelegen2), langs Domburg tot
voorbij Westkapelle, en b. het strand en de duinstreek van
Westenschouwen langs den vuurtoren tot aan het strand
van Renesse. Van deze beide merkwaardige gronden is die
van Domburg tot nu toe verreweg de voornaamste, wat het
vinden van munten en andere voorwerpen betreft. Er is veel
1) De Schrijfster heeft in 1925 mijn desbetreffende vraag beantwoord
in een uitvoerige schriftuur, die onder belangstellenden van hand tot
hand is gegaan. Het volgende is een verbeterde en zeer vermeerderde
bewerking, gedateerd Juni 1936, die zij op mijn dringend verzoek ter
publicatie in het „Archief heeft afgestaan. P. van der F een Jr.
2) Ook op de tegenovergelegen „Onrust" aan de Westzijde van
Noord-Beveland zijn overeenkomstige Germaansche scherven gevonden.
(Mededeeling van den heer J. A. Hubregtse te Burgh, Schouwen.)
Archief 1936
1