DE HAYMANLANDEN
OP SCHOUWEN, WALCHEREN EN
WESTVOORNE,
DOOR
J. A. HUBREGTSE.
INLEIDING.
Na vele jaren bodemonderzoek, gevolgd door studie van
lolklore en dialect, was door ons mede veel tijd en moeite be
steed aan het doorwerken der beschikbare en het opsporen
van nieuwe bronnen over de vroege geschiedenis van Zeeland.
Bij bodemonderzoek, dialect- en folklore-studie waren wij
direct met de bron, zij het soms in secundairen vorm, in
contact. Immers de vrij groote waarschijnlijkheid bestaat dat
hierin uit vroege tijden nog iets van belang is achtergebleven.
De schriftelijke gegevens, aan verschillende auteurs ontleend
en ons soms slechts in vertaling bekend, zijn vooral voor ons
deltagebied zeer onvolledig en onduidelijk. Vandaar ook, dat
tot heden van de vroege geschiedenis onzer Provincie slechts
weinig zeker is en dit verklaart ons ernstig pogen, hier wat
meer licht te brengen. In het bijzonder wilden ook wij trach
ten, het raadsel der Haymanlanden, zoo niet geheel op te
lossen, dan toch een verklaring er van met een flinke stap
nader te komen.
Velen voor ons deden reeds eenzelfde poging men zal
hier evenwel geen wederlegging ontmoeten van deze steeds
verschillende meeningen. Meer en meer bleek ons, dat slechts
een uitgebreide studie van het talrijk nieuw feitenmateriaal,
zooals het bodemonderzoek ons bleef opleveren, tenslotte de
Archief 1937.
1