65
Van den hayman van Serooskerke op Walcheren, zooals
die op Hubregtse's kaart staat aangegeven, zien we ook, dat
hij tusschen ambachten ligt ingeperst. Hoe hier de situatie
ten opzichte van het buitenwater was, zou uit een uitvoerige
poldergeschiedenis van Noord-Walcheren kunnen blijken. In
elk geval is daar, nog betrekkelijk laat, veel land ingedijkt en
is het onze overtuiging, dat ook deze „hayman" oorspronkelijk
een „zoute" was, die in 't begin ook langs het buitenwater
lag en ten slotte door andere ambachten raakte ingesloten.
Er resten dan nog kleine stukjes „hayman" hier en daar.
maar zoolang we niet den loop van alle oude kreken van voor
1200 in Zeeland nauwkeurig kennen, kunnen we die kleine
stukjes, die ook zeer goed van die zelfkanten van oude am
bachten langs zoute wateren kunnen zijn geweest en stellig
ook geweest zijn, dus niet ingepolderd werden, maar lang
zamerhand wel ingesloten, niet nader bespreken, maar ieder
zal inzien, dat ze ons van een algemeene conclusie niet be
hoeven te doen afzien. Wij meenen gerechtigd te zijn, de
„zoute haymanne" te omschrijven als gronden, en wel buiten-
dijksche, door hun ligging of door zomerkaden beschermd
tegen het buitenwater, althans de gewone vloeden, econo
misch door de menschen gebruikt èn als weidegebied èn als
moergebied, niet, al zal er ter ontwatering wel eens een
enkele sloot in geweest zijn. zooals men die op uiterwaarden
ook aantreft, verkaveld en niet bereden en dus vrij van schot.
Dat het oude recht van de haymanne, om geen schot te
betalen, later op velerlei wijze is doorbroken, is duidelijk.
De hayman van Middelburg werd in 1532 gewoon schot-
plichtig als elke andere polder dit is dus een officieel ge
staafde doorbreking van het oude recht. De „hayman" werd
hier. om zoo te zeggen, schriftelijk bevorderd tot gewoon
poldergebied, maar bij vele „haymanne" zal de grens wel
uiterst moeilijk zijn te trekken geweest. Er zullen er geweest
zijn mèt en zónder kade, al naar de hoogte van den bodem
en den grond van het ingesloten zijn. Er kunnen, na succes
sievelijke ophooging van de zomerkaden, van de „heydijcken
dus, geleidelijk verkavelingen zijn ontstaan, waardoor een