71
hebben en zijn bezwaar geheel uit den weg geruimd, slechts
nog dit, dat het aan te nemen is, dat de d-syncope een der
vroegste taalveranderingen zal zijn geweest, daar juist deze
syncope in haast alle dialecten van oudsher voorkomt, zoodat
de oorzaak dus wel primair-sterk moet geweest zijn.
Wat Dr. T. op bldz. 76 onder 5 zegt, meenen we vol
doende bestreden te hebben door ons geheele betoog. Trou
wens, de omschrijvingen „vlakke veld" en „vlakte op het
schor" staan niet zoover van elkaar af als Dr. T. meent, vooral
niet voor vlakten, die meestal „droog" bleven, al waren ze
dan „zout", d.w.z. buiten den dijk gelegen. Uit onze jeugd
herinneren we ons nog zulk een vlak stuk buitendijksch land,
dat juist wegens zijn vlakheid altijd door een touwslager werd
gebruikt. Men neme hierbij vooral ook in aanmerking, dat tal
van oude schrijvers bevestigen en voor ons duidelijk is, dat
vroeger de vloeden in Zeeland niet zoo hoog opliepen als thans.
In Zuid-Holland noemde men hier en daar het buitendijk-
sche land langs de rivieren „blaak" vlak veld. („De
Blaak" in Rotterdam is deel van den ouden uiterwaard tus-
schen de Hoogstraat, „den ouden dijk", (n.b. niet de aller
oudste!), en de eigenlijke Maas; „de Blaaksche dijk" bi
Heinenoord lag langs zulk een „blaak" aan de Oude Maas,
die later ook ingepolderd werd. Dit „blaak" is ongetwijfeld
verwant met het Duitsche „Blachfeld". Blachfeld vlak veld.
Hier komen we dus precies op het woord, dat Dr. T. noemt.
Waar nu de uiterwaarden van Z. Holland in veel opzichten
overeenkwamen met de zeer hooge vroegere schorren langs
de Zeeuwsche kusten, zien we dus ook hier „overeenkomst".
In het bekende, zeer uitstekende Duitsche woordenboek van
Paul, met zijn hoogst-eenvoudige, (ook hij hem is „eenvoud"
het kenmerk van het „ware") maar niettemin treffende en we
tenschappelijk juiste omschrijvingen, wordt van „heide" (ook
geschreven „haide") gezegd, dat het oorspronkelijk een ,.ge-
mein-germanisches Wort" was en „den Teil des Landes" aan
duidde „der nicht Feld oder Wald war". Met „Feld" bedoelt
Paul altijd „land, das im Flurbuch bezeichnet ist". Verder
zegt hij „bij de mhd. schrijvers was het synoniem met (hij