VIII waaraan ook dit gebouw werd blootgesteld, helaas niets over. Op de weinige stukken na, die in het gebouw van het Genoot schap waren achtergebleven, bezit dus het Museum niets meer van dien aard. Omtrent de S c h i 1 d e r ij e n meldt de conservator Kort na de afkondiging van de mobilisatie en vervolgens tijdens de eerste oorlogsdagen werden van de bijna 160 schil derijen, die het Genootschap bezat, 46 van de meest waarde volle opgeborgen in de kelders van de Prov. Bibliotheek en 8 in de kluis van den Polder Walcheren. Werd in het vorig jaar de verwachting uitgesproken, dat ze alle veilig zouden zijn, helaas werd deze niet vervuld. Het grootste deel is vernietigd, een ander deel zeer beschadigd. Dat deel, hetwelk was ondergebracht in de kluis van den Polder Walcheren, waaronder het portret van Mich. Adrz. de Ruyter door Ferd. Bol, heeft nog het minst geleden. Van de sterk beschadigde schilderijen zijn verschillende door een zorgvuldige behandeling nog toonbaar geworden, waaronder portretten van Boerhaave, hertog Jan van Bour- gondië. Frank van Borssele, Jan van Migrode, prins Maurits (door Adr. v. d. Venne), Paulus van de Perre, verder een Italiaansch landschap, grisaille (door Adr. v. d. Venne), Winterlandschap en Gezicht op Middelburg (deze beide laat ste toegeschreven aan Adr. v. d. Venne). Na den terugkeer van betere tijden zal, door de vele open gevallen plaatsen, de opstelling van de schilderijencollectie moeten worden herzien. De conservator van het Munt- en penningkabinet zond het volgende verslag In het afgeloopen jaar schonk de heer Mr. H. Doorenbos aan het kabinet een fraaie gouden penning, in het jaar 1887 door de Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw en Veeteelt vereerd aan den penningmeester der Maatschappij, ter gele genheid van zijn 25-jarig jubileum als zoodanig. Op de keer zijde van dezen, door Hart ontworpen, penning leest men de inscriptie ,,De afdeelingen aan den Algem. Penningmeester, den heer M. Volkrijk Liebert, 1862-1887."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1941 | | pagina 12