HAYMAN,
DOOR
Dr. P. L. TACK
Onder een hybridische woordvorming versta ik bv. Ameide,
indien de heer Scherpenisse dit zou opvatten als bestaande
uit fra. a en ndl. meide. Deurkozijn", „zeekasteel", „slob
kous" zijn geen hybridische of basterd-samenstellingen, omdat
zij gevormd zijn uit een echt ndl. woord en een bestanddeel,
dat op het oogenblik der woordvorming als ndl. werd aange
voeld. Dit tweede element was wel ontleend, maar op het
ogenblik der ontlening al in de ndl. taalschat opgenomen.
Dit is echter met hayman, zoals Scherpenisse zich de genesis
van dit woord voorstelt, volstrekt niet het geval. Voor hem
blijft het tweede bestanddeel man ofra. manse mlat.
manse, „hoeve, landelijke woning met daarbij behorend
land." Sch. beweert (A.Z.G. 1940, p. 22),dat het ofra. manse
in algemeen Dietse charters behouden bleef. Het woord komt
echter in zulke charters en Diets-Zeeuwse oorkonden niet
voor ook het mnl., het Diets, kent dit woord niet. Hiermede
vervalt de ontleningstheorie van Sch. en blijft een hybridisch
karakter aan zijn hayman-genesis kleven, onafhankelijk van
zijn romantische bespiegelingen over de etymologie van Le
Mans. Naar aanleiding van deze kwestie schreef ik, dat Sch.
een „grove" vergissing had begaan dit „grove" was echter
een drukfout voor „grote". Sch. tracht nu zijn vergissing met
Volgens de regelen van het spel had dr. Tack recht op een repliek
inzake de kwestie-hayman. De gedachtenwisseling hierover is nu echter
in dit orgaan onherroepelijk gesloten (Noot van de Redactie).