45 Beeckman28)Deze was in 1607 in Middelburg geboren en had reeds te Gorinchem het rectoraat bekleed (16351636). In Vlissingen bleef hij tot 1646, in welk jaar hij te Goes29) tot rector benoemd werd. Later was hij rector in Rotterdam 30 en ten slotte in Tolen, waar hij in 1663 stierf31). In het La tijnse gedicht, dat aan zijn grafschrift is toegevoegd, wordt hij beschreven als een man „dien de Rotte, de Rijn, de Hont, de Waal en de Schelde hebben verheerlijkt om zijn uitgebreide kennis, een gestreng rector voor de uitgelaten jeugd. Doch liever wilde hij vermanen door zijn onderwijs, dan, machtig in het schooldomein, trots den paedagogischen schepter te zwaaien Hij heeft zich verdienstelijk gemaakt door de na gelaten natuur- en wiskundige werken van zijn broer Isaac uit te geven, die in zijn tijd een bekend wis- en natuurkundige was en in nauw contact stond met Descartes32). Gedurende het rectoraat van Beeckman vinden wij verscheidene conrec toren in Vlissingen genoemd. Het is echter niet uit te maken, wanneer zij kwamen en hoe lang zij in Vlissingen bleven. De eerste is Joannes Willaerts, die blijkbaar door de Cura toren onder de hand was aangenomen doch nog geen salaris had ontvangen, want in het begin van 1638 verzocht hij aan de stadsregering om een „jaerlicx tractement in recompence van den voorigen tijt", d.w.z. anderhalf jaar. Wet en Raad besluiten daarop „dat hem voor de voorige tijt van anderhalf jaer pro rato vijftich 's jaers in recompence sal werden toegeleght, en in toecommende vijftich 's jaers, ingaende met dese primo Jan. 1638 met recommendatie, dat daer door 28) Zie over hem N.N.B.W. VII kol. 84 (De Waard). 29) Zie R. C. H. Römer. De Latijnsche school te Goes, in Nehalennia, 1849, p. 92. 30) J. B. Kan, Geschiedenis van het Erasmiaansch Gymnasium (1884), p. 38 en p. 136. 31) Zijn grafsteen is neg ter plaatse in de Onze Lieve Vrouwe kerk (Herv. kerk) te Tolen en is beschreven door Bloys van Treslong Prins, Geneal. en herald, gedenkwaardigheden (1919), p. 265 sq. De grafsteen wordt ook besproken door C. Veltenaar in zijn geschriftDe geschiedenis van Tholen (1943), p. 56 sq., doch de schr. geeft enige foutieve lezingen, bv. dat A. Beeckman stierf oud 61 j. (LXI) i. p. v. 56 (LVI). Bovendien is het jaartal van diens optreden als rector te Tolen op p. 55 verkeerd opgegeven. Zie ook Zelandia Illustrata, I, p. 492 sq. 32) Zie over Isaac Beeckman N.N.B.W. VII kol. 84 sq. (De Waard), waar op diens grote betekenis als voorloper van Christiaan Huygens ge wezen wordt. Descartes heeft veel denkbeelden aan Christiaan Huygens ontleend. Men zie ook de uitvoerige inleiding van C. de Waard in het eerste deel van zijn grote uitgave van het dagboek van Isaac Beeckman (Journal tenu par Isaac Beeckman de 1604 a 1634, I (1939) p. 1-XXIV).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1946 | | pagina 69