53 wintermaanden vingen de lessen 's morgens een half uur later aan. Men begon met een Latijns gebed. Veelal werd hiervoor gebruikt het gebed, dat voorin de grammatica van Vossius staat. Er waren twee grote vacanties, van 21 Dec. tot 10 Jan. en 's zomers van 10 Juli tot 9 Augustus; verder enige vrije dagen met Paschen en Pinksteren. Als er een nieuwe leerling komt, wordt 's middags vrij gegeven, en ook eens in de drie maanden, als het schoolgeld betaald wordt. Dit bedraagt vijf schellingen per maand79). De rector krijgt het schoolgeld van zijn eigen leerlingen en J/4 van het schoolgeld van de leerlingen van den conrector. De rest is voor den conrector. Wie van beide docenten de lessen van den ander voor ge- ruimen tijd waarneemt, ontvangt vijf schellingen per dag. Tweemaal per jaar vindt er een promotie plaats, waarbij de knapste leerlingen een oratie houden, met name degenen, die door Curatoren naar de Academie gepromoveerd werden. Een eindexamen bestond immers in deze gelukkige dagen nog niet. Toch zullen ook wel de maandelijkse proefthema's bij de leerlingen de nodige spanning te weeg hebben gebracht. De fouten worden precies geregistreerd en de lijst daarvan wordt aan Curatoren overgelegd. Dat kostte den rector veel werk en aan veel scholen bemoeiden Curatoren zich met de bereke ning van de fouten. In Rotterdam kwam het bv. zelfs zo ver, dat de Vroedschap ten slotte moest uitmaken of een fout voor heel of half zou worden aangerekend. Voor de leerlingen stonden dan ook grote belangen op het spel, nml. of zij al of niet een prijs kregen. Alle discipelen, behalve de jongsten, zijn gehouden voortdurend Latijn te spreken. Vaardigheid immers in het verstaan en spreken van Latijn was in die dagen voor a.s. studenten, waar het Latijn voertaal bij het hoger onder wijs en ten dele bij het diplomatiek verkeer was, absoluut noodzakelijk. Gargon bleef rector te Vlissingen tot de zomervacantie van 1728. Ook na zijn ontslag ontving hij nog een jaarlijks trac- tement van honderd Zeeuwse rijksdaalders benevens de ge bruikelijke vrijdommen ..except de inwoninge van stads huys" 80Tot zijn opvolger werd Johannes Hubertus Jun- gius81benoemd, predikant te Vlissingen, ,,op soodanige tractement en verdere emolumenten als sijn praedecesseur 79) Evenals te Middelburg, volgens de schoolorde van 7 Sept. 1703. 80) Res. van Wet en Raad van 20 Maart 1728. 81) Zie over hem De Bie en Loosjes, I.e.. IV, p. 602 sq., en N.N.B.W. IX. kol. 480 (Knipscheer)

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1946 | | pagina 77