57
Heeren Curatoren „met een ter materie dienend cierlijk La-
tijnsch vers vriendelijk bedankte..."
„Den 28 Augs. (1775) heeft Jacoba van d. H. Cruyssel-
bergen afscheid genomen en zijn Ed. voor het onderwijs in
het Latijn 2 maal 's weeks zedert haare promotie bedankt,
waarvoor volgens desselvs declaratie betaalt hebbe 10
Rxds" 92
In 1774 werd de rector tevens tot onderbibliothecaris aan
gesteld op een tractement van 100 93Omdat zich na het
vertrek van J. J. Wagenaar jun. naar Zieriksee toch weer de
behoefte deed gevoelen aan een conrector, werd op 8 April
1775 R. G. Bernet als zodanig benoemd. Op zijn verzoek werd
hij echter reeds 8 Juni 1776 ontslagen94). Zijn opvolger was
J. B. Feuilleteau de Bruyn, aangesteld 5 Jan. 1777 94Van
deze beide praeceptoren is verder niets bekend.
Aan rector Van Cruvsselbergen werd in 1774 de titel ver
leend van lector Historiarum et Linguae Graecae95). Hem
werd het gebruik vergund „der Fransche Kerk om maandelijk-
sche publicque lectuure te doen". De onkosten, daarop vallende,
„mits geen 10 rixdaalders excedeerende", zouden door de stad
worden betaald96).
In de 18de eeuw had men in veel steden de gewoonte den
rector of één der andere docenten van de Latijnse school het
praedicaat van lector of professor te verlenen. Het bezit van
dezen fraaien titel behoefde volstrekt niet te zeggen, dat de
drager daarvan aan een Illustre School verbonden was. Zo
gaf ook Van Cruysselbergen openbare lezingen, die beoogden
kennis en beschaving in ruimeren kring te verspreiden bij wijze
van volksuniversiteit. Dat dergelijke publieke lessen wel aan
een behoefte voldeden blijkt uit het feit, dat wij in tal van
plaatsen lectoren en professoren aantreffen, bv. in Goes,
Zwolle, Gorinchem, Delft, Alkmaar etc.
Het schijnt, dat Van Cruysselbergen in 1784 ontslagen
werd en vluchten moest 97Vermoedelijk zullen politieke om
standigheden wel de oorzaak hiervan geweest zijn.
92) Ibid. p. 151. Coosje Busken trad 16 Aug. 1789 in het huwelijk
met den Waalsen predikant te Vlissingen, Samuel Theodoor Huet. Zij was
grootmoeder van Conrad Busken Huet. Zeer bevriend was zij met de
dames Wolff en Deken.
93) Res. van Wet en Raad van 4 Juni 1774.
94) Res. van Wet en Raad i.d.
95) ld. van 4 Juni 1774. 96) ld. van 4 Maart 1775.
97) Volgens kanttekening van ds. W. Kimyser in het exemplaar van
Vrolikherts Vlissingsche Kerkhemel in de Provinciale Bibliotheek van
Zeeland, p. 347.