IETS OVER DE HEERLIJKHEID CATS, DOOR Mr, J. BELONJE. Het adellijke Zeeuwse geslacht van Cats is, zoals bekend 1 van oudsher in het bezit geweest van de heerlijkheid, waaraan het zijn naam ontleende, in later tijd ook wel omschreven als de Heerlijkheid Cats, Catshoek en Catsrak. Steeds vererfde deze heerlijkheid in de genoemde familie totdat zij, zoals ik in mijn boek over de Kennemer edelmanswoning ter Coulster beschreven heb2), bij testament van den ambassadeur in Spanje, jhr. Willem Maurits van Cats (f 19 Dec. 1743), het laatste mannelijke oir, overging op een naamgenoot van Cats. Deze naamgenoot van Cats, Jacob van Cats geheten, was een afstammeling uit een Haags geslacht van lagere staats ambtenaren. Van enig verband tussen zijn familie en die van de oude Heren van het Zeeuwse Cats is tot dusverre niets gebleken. De schijn is zelfs in alle opzichten tegen den Hage naar. Ik houd het ervoor, dat hij een nazaat is van enige op eenvolgende bewaarders van het Haagsche Bosch aldaar. De „Wapenheraut" 1905, bl. 142 geeft in 1477 als baljuw van Den Haag een Lievijn van Cats, die, gelet op zijn functie en naam (voornaam wel tot de Zeeuwse adel zal hebben be hoord. En ook overigens komen er reeds vroegtijdig leden van het adellijke Zeeuwse geslacht voor. Zeer goed is het daarom denkbaar, dat de Haagse familie, die tot de stand van de kleine ambtenaren behoord heeft, door bastaardij met het andere geslacht samenhing. Van Jacob van Cats, die het tot burgemeester van Alkmaar bracht, vererfde de heerlijkheid Cats krachtens testament van 5 Juli 1770 op zijn broeder Willem Maurits, kapitein in Staten- dienst, die zelf reeds op 5 December 1775 overleed, nalatende een minderjarig zoontje Willem. Voor dezen Willem van Cats is aanstonds venia aetatis 1) Zie voor de Heren van Cats uit het geslacht van die naam S. van Leeuwen, Batavia Illustrata, 's-Gravenhage 1685. bi. 897. 2) Ter Coulster. Wormerveer 1946, passim.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1946 | | pagina 90