CORNELISJ-GOLIATH. KAARTMAKER EN BESTUURSAMBTENAAR DOOR Dr W. S. UNGER. Wanneer men de betrekkingen nagaat, die onze oude kaart- makers naast deze werkzaamheid hebben beoefend, stuit men op de meest merkwaardige combinaties. In het veelszins voor treffelijke werk, dat mr S. J. Fockema Andreae1) aan hen heeft gewijd, vindt men hierover belangwekkende gegevens. Naast de vele landmeters en ingenieurs, ontmoet men ook niet-vaklieden, amateurs, gelegenheidskaartmakers, met de meest uiteenlopende voorbereiding. Jacob van Deventer was als medicus opgeleid, een leerschool, wegens haar exactheid bijna zo goed als de wis- en sterrenkundige, waaraan Gemma Frisius en Van Schooten hun bekwaamheid dankten ook Schotanus (Friesland) en W. T. Hattinga Zeeuwsch-Vlaan- deren) waren geneeskundigen. Verder komen juristen, geeste lijken, zelfs een conrector ener Latijnse school onder onze bekwaamste kaartmakers voor. Dou. de knappe kartograaf van Rijnland, was daarnaast niet alleen wijnroeier ambt, dat wegens zijn wiskunstige basis met kaartmaken ten minste ver wantschap heeft maar ook notaris. Ook uit de technische vakken werden kaartmakers geboren Beeldsnijder was beeld houwer en architekt, Floris Ëalthasar van Berckenrode goud smid en graveur, Haacma steenhouwer. Ook de man, die als een der weinigen in Zeeland kar- tografisch werk heeft verricht vóór de Hattinga's er hun omvangrijk oeuvre begonnen, ook Cornelis Goliath heeft misschien zijn hoogste voldoening, maar stellig niet zijn levensonderhoud in het kaartenvak gevonden. Landmeter en ingenieur wordt hij later genoemd 2), maar daarnaast was hij 1) Geschiedenis der kartografie van Nederland ('s-Gravenhage, 1947). 2) Zijn admissie als zodanig is niet gevonden. Zie echterArent Roggeveen. Het eerste deel van het Brandende Veen, verlichtende geheel West-Indien, de vaste kust en de Eylanden, beginnende van Rio Amasones en eindigende benoorde Terranova (Amsterdam. (1675) 4,Een exemplaar daarvan berust hier te lande in de Bibliotheek der Rijksuniver siteit te Utrecht. Ook het Deposito de la guerra te Madrid bezit er een (zie Tijdschr. Kon. Ned. Aardr. Gen. 1915 extra-afl. p. 146).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1948 | | pagina 91