XII ook toen de mode min of meer internationaal was, is het evenwel nog niet gelukt hen met een bepaald volk in verband te brengen en de vragen te beantwoorden, wanneer de mensen, die hier toen woonden, zich daar gevestigd hadden en waar vandaan zij gekomen waren. Bijzonder interessant en kenmerkend zijn in deze collectie een twintigtal zilveren en bronzen broches of veiligheidsspel den van een bijzonderen vorm, zgn. smalle gelijkarmige fibulae. Hoezeer deze ook als type direct herkenbaar zijn, stuk voor stuk verschillen zij toch alle in détails. Fibulae van dit type zijn in klein aantal gevonden op verschillende plaatsen in West-Duitschland, in Frankische graven in Noord-Frankrijk, in Angelsaksische graven in Engeland en in Vikinger graven in Scandinavië. Zij worden in deze landen door verschillende archaeologen gedateerd van de 7e tot het begin van de 9e eeuw, dus binnen het tijdvak, dat onze munten aanwijzen. In Nederland zijn zulke gelijkarmige fibulae, voorzover mij bekend, slechts bij Domburg gevonden (ook de collectie Marie de Man bevat er verscheidene), en wellicht is dit de rijkste vindplaats hiervan in Europa. Ik besprak hier deze groep slechts als een voorbeeld, hoe veel vraagstukken deze collectie, tezamen met andere objecten van deze vindplaats, opwerpt en hoeveel hieraan nog te onder zoeken valt. Mocht eenmaal het vraagstuk van de herkomst dezer mid deleeuwse bevolking opgelost zijn, dan is de volgende vraag, welke invloed deze bevolking gehad heeft op lichaamsbouw, dialect en karaktereigenschappen der tegenwoordige bewoners van Walcheren". De conservator van het Munt- en penningkabinet rapporteert „Nu ik voor de eerste maal een verslag inzend over de toestand der verzameling munten en penningen, moge dit iets meer bevatten dan strikt genomen tot het verslag over het afgelopen jaar behoort. Korten tijd nadat ik begonnen was de penningen uit de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1949 | | pagina 16