Afb. 2. Doorsnede over de schuur met koestal (rechts) van de hofstede Biggekerke B 70. afsloot, en een spinde (waarin een diepliggende onderspinde) met dichte paneeldeur. Aan dit beddeschot, waarvan de boven rand evenals bij de schouw soms borden droeg, hing men wapentuig op als pistolen, snaphanen, degens, hartsvangers en pieken, om zich tegen nachtelijk gespuis te kunnen ver weren. Het meubilair bestond uit biezen knopstoelen, een hangoortafel, een cammandetje (commode, op Walch. taefel- kastje) en kasten van verschillend model een piezel (vier- deurs) ofwel een boen'outen kasse, of blauwgeverfd grenen kammenet met twee deuren de eiken kasten waren slechts bij de gegoeden te vinden en stonden in de pronkkamer. Hangklokken huisslaghorloges, alg. staertklokken)spiegels, borden, lepelrekken en koperwerk ontbraken evenmin9). Belangrijker dan de woning is voor de onderzoeker echter het bedrijfsgedeelte van de boerderij, want eerst uit de door snede hiervan (afb. 2) en uit het koestalprofiel leert men het type kennen. De kernconstructie van de schuur, die binnen door niet bereikbaar is, vormen de gebinten, welke bij Bigge kerke B 70 het normale streektype vertonen (Zeeuwsch- Vlaanderen is een uitzondering, waarop wij later zullen terug komen). De stielen zijn gekoppeld door een opgelegde balk, die door karbêêlen geschoord wordt en die aan de zijde van de koestal ver oversteekt. Hierop staat een eenvoudig spant (gevormd door spruten of spantiengen) met twee trekbalken als verstijving. De binnenstijlruimte wordt afgezien van 9) J. de Hullu. De Cadzandsche boerenkeuken omstreeks 200 jaar ge leden (Oostburg z. j.) J. Kousemaker Pzn., Zuidbevelandsch binnenhuis (De Oude Tijd, 1873) blz. 272/273.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1951 | | pagina 30