13
veel meekrap verbouwd en vlas, met name door Hollanders
en Vlamingen, die het land voor zeer hoge prijzen huurden,
vooral in pas ingedijkte polders of gescheurde oude weiden 24
Trouwens, er kwamen veel vreemde arbeidskrachten, want de
streek was schaars bevolkt. Talloze landerijen in de nieuwe
polders waren kort na 1800 onbetimmerd, en ook elders waren
te weinig hofsteden, die men dan nog zocht te verenigen,
waarna men de overbodige afbrak of tot arbeiderswoning
verbouwde25). Het verschil tussen rijk en arm werd steeds
groter met alle gevolgen van dien. Goedkope Vlaamse seizoen
arbeiders trokken in grote groepen door het land om de boeren
bij het werk te helpen, zodat de inwonende knechts bijkans
overbodig werden. Een drietal boerderijen te Cadzand bezit
nog een houten van een schouw voorziene Vlaamse keet (6 X
3 a 4 m) voor het herbergen van de Belgische arbeiders26).
Deze keet wordt als normaal bijgebouwtje genoemd door
een Engelse landbouwkundige, die kort na 1800 West-
Zeeuwsch-Vlaanderen bezocht27). Als onderdelen van de
hoeve in deze streek gaf hij op een woonhuis, een karnvertrek
met roskot (voor de paardenkarnmolen), een Vlaamse keet,
een korenschuur (39.625 X 16.75 m) met twee dwarsdelen,
paarden- en koestallen, twee tasvakken van 3.66 hoog (waar
boven een losse zolder met nog een tas. zodat de druk niet
te groot werd), een wagenschuur met zolder voor gedorst
graan, varkenshokken en een mestvaalt 2S).
Een fraai voorbeeld van een dergelijke bouwwijze, waarbij
echter Vlaamse keet en roskot niet (meer?) voorkomen, is
„de Torenberg" te Zaamslag (afb. 4). De gebouwtjes liggen
aan drie zijden om een 'ofplein, dat via een oprijlaan in ver
binding staat met de markt. De woning vertoont het ont-
24) E. Vogelvanger, a.w., blz. 31.
25) J. ab Utrecht Dresselhuis, a.w., blz. 112113.
26) J. de Hullu, Uit het leven... enz., blz. 105.
27) Th. Radcliff, A report on the Agriculture of Eastern and Western
Flanders (Londen, 1819), blz. 202. J. de Hullu. Thomas Radcliff's be
schrijving van den landbouw in het Land van Cadzand omstreeks 1819
(Oostburg, 1934).
28) Volledigheidshalve geven wij nog de titels van de onderstaande
werkjes, hoewei zij bijna uitsluitend van genealogische aard zijn J. de
Hullu en H. Brakman. De hofsteden van Cadzand, Retranchement, Zuid-
zande. Nieuwvliet en Oostburg en hun bewoners in vroeger en later tijd
(Oostburg, 1928) dez.. De hofsteden van Groede en Breskens... enz.
(Oostburg, 1930) J. de Hullu. De hofsteden van Waterlandkerkje... enz.
(Oostburg, 1939) dez. De hofsteden van Schoondijke... enz. (Oostburg,
1939) dez., De hofsteden van Biervliet... enz. (Oostburg, 1939).