27 dat, na een vergeefse poging om het thans grotendeels ver dwenen Emelisse tot stad te verheffen, graaf Willem VI aan Filips van Borsele de bevoegdheid gaf, een hem toebehorend schor op Noord-Beveland van vesten en poorten te voorzien, hetgeen in 1413 werd begonnen en volmaakt. Daarna zou Filips er, in afwijking van de gebruikelijke volgorde, een kerk en een kasteel hebben gebouwd, en aldus zou Kortgene zijn ontstaan. Maar reeds de lijst der bezittingen van de Middel burgse abdij van 1247 vermeldt Cortekine, en talrijk zijn, sinds in 1275 de eerste te Londen worden gesignaleerd, tot het einde der 14e eeuw in Engelse havens schippers van die plaats. Van vermelding als stad echter is eerst in 1431 sprake, toen de bekende Frank van Borsele ,,die stede van Cortkene" in leen verkreeg van zijn gemalin Jacoba van Beieren. De, rela tieve, betekenis van de plaats valt op te maken uit het feit, dat zij als Reimerswaal, Goes. Tolen en Vlissingen een oor logsschip moest uitrusten tegen de Hanze. De naam zijner vaderstad meende Reygersberch als „korte jeaentheyt" te mogen verklaren, wat volgens Boxhorn „korte eygenheyt" moet worden gelezen, d.w.z. „kort en smal in haer begryp en gesach" De moderne etymologie speurt ook hier verband met de bodem, en dr. Tack geeft als naamsverklaring korte kene korte sprink of beek. Maar korter van recht was deze smalstad in ieder geval niet in 1477 kreeg ook zij bij het groot-privilege de rechtspraak in criminele zaken. Het volgend jaar verkocht de grafelijkheid Kortgene wederom, thans aan Filips van Borsele, een bastaardzoon van heer Frank, uit wiens geslacht het later overging op dat van Egmond. Anna van Egmond, gravin van Buren, die het had geërfd, bracht Kortgene bij haar huwelijk met prins Willem van Oranje in 1551 in dit huis 1dat hierdoor zijn eerste band met Zeeland knoopte. En daardoor neemt Kortgene een bij zondere plaats onder de Zeeuwse steden in. hoe onbelangrijk het overigens geweest moge zijn. Het oude Kortaene was toen echter vrijwel verdwenen. De watervloeden van 1530 en vooral 1532 hadden ook deze stad, op de toren na, verwoest. En wel werd in 1680 na herdijkina daar een nieuwe plaats gebouwd, die bij de woelingen in 1787 braaf is geplunderd, doch deze bezat niets stedelijks meer, noch in aanleg noch in rechten. 1) In 1670 schonk prins Willem III Kortgene aan Willem Adriaan van Nassau-Odijck. in bastaardlijn van prins Maurits afstammend, wiens nakomelingen de heerlijkheid tot omstreeks 1800 hebben bezeten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1957 | | pagina 45