37 zaken van het Toolse gerecht uit, en de jurisdictie over heel het eiland had dit ook t.a.v. de zaken betreffende zekere lands- belastingen. In het bestuur over het eiland had de stad mede deel in de ..Gemeene magistraten van het eiland Tolen", samengesteld uit afgevaardigden van alle Toolse plaatsen be halve Stavenisse, die meestal in de hoofdstad bijeenkwamen, welk college zorgde voor landwacht en verdediging, was zij van de partij. Zijn geldmiddelen vond dit o.a. uit een heffing op het bier, ingesteld in 1578. Het laatste bericht erover is van 1799. Maar de poging, in de eerste helft der 18e eeuw onder nomen in navolging der andere Zeeuwse steden, een landrecht op te richten waaraan het platteland in zaken van schuld aan burgers van Tolen onderworpen zou zijn geweest, stiet af op de tegenstand van dit platteland. Thans een stadje zonder bijzondere betekenis en ook in de tijd der Republiek in menig opzicht de minste der Zeeuwse zusteren, speelde door de bijzondere staatkundige en staats rechterlijke verhoudingen van die tijd Tolen een rol, ver uitgaand boven zijn betekenis. Behalve de hier geschetste rol in het bestuur en rechtspraak van het Eiland, had het, gelijk de andere Zeeuwse steden, deel in het provinciaal bestuur door zijn lid in het college van Gecommitteerde Raden, en ook aan de samenstelling van Staten-Generaal, Hof van Holland en Zeeland en Hoge Raad had de stem van Tolen toen deel. En het was zelfs bij een dier raadsheer-benoemingen dat, in 1740, de gevolgen der familieregering, de befaamde correspondentiën een ervan droeg de omineuze naam de Vriendschap zich wel van hun slechtste kant deden kennen hoofd van het „kabaal" was de raadsheer Turck. Van de regeringsgeslachten worde met name de familie Van Vrijberghe genoemd, die in 1650 haar intrede in Tolen deed, en waarvan diverse leden in de 17e en 18e eeuw betekenis hebben gehad. Dat de jaren van beroering in het conflict tussen Staats- en Prinsgezinden ook aan Tolen niet zonder strijd voorbij gingen spreekt van zelf. In 1672 werd onder pressie der landlieden partij gekozen voor de Prins na zijn dood in maart 1702 werd tussen feide facties zwaar gestreden, waarbij Jacob Wouters, een der afgezette regenten, met steun der landlieden tijdelijk het regeringskasteel wist te heroveren. Een contract van Har monie bevestigde in 1724 de nieuwe heren in hun macht. Maar in 1747 wankelde deze wel zeer Wel is waar bleef te Tolen de verheffing van de Prins wat langer uit dan elders in Zee land zij vond eerst 27 april plaats doch ook nu kwamen de boeren weer in beweging en eisten verandering der regering.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1957 | | pagina 59