VIII Kabinet van Natuurlijke Historie de heer P. van der Feen, biol. docts. Niet-Europese mollusca de heer L. de Priester. De conservator der Zelandia Illustrata voltooide de bewerking van dl. IV van de catalogus, de beschrijving der portretten bevattend. Van de aanwinsten verdienen ver melding 20 tekeningen van oud aardewerk, c. 1923 opge graven in de Abdij te Middelburg, verloren gegaan in 1940, vervaardigd door J. H. Kerkmeyer, geschonken door N.N., en een verzameling foto's van ten dele thans verloren Zeeuwse monumenten van c. 1900, geschonken door het Provinciaal Bestuur van Zeeland. De conservator der afdeling Vóór- en vroeg-his- torische voorwerpen zond het volgende verslag in Twee belangrijke geschenken van de heer P. Jasperse te St-Maartensdijk vallen te vermelden. Het ene geschenk is een voorwerp, dat vervaardigd is uit hertegewei en ongetwijfeld deel heeft uitgemaakt van een wapen of werktuig. De ene zijde kan als hamer gebruikt wor den, de andere zijde heeft een asymmetrisch aangebrachte snede. Het is zorgvuldig bewerkt uit het basale gedeelte van de hoofdtak van een zwaar, afgeworpen gewei van een edelhert, Cervus elaphus L. Ter plaatse, waar de oogspriet ontsprong, is een gat geboord, dat gelegenheid biedt het voorwerp aan een steel te bevestigen. De snede loopt, net als bij een bijl, evenwijdig aan de doorboring. Hoe en wanneer is dit voor werp gebruikt Het is opgevist in de Ooster-Schelde en de vindplaats biedt dus geen enkel houvast voor de datering. Vergelijking met vondsten elders in en buiten Nederland maakt het nauwelijks mogelijk de datering enigszins te be grenzen. In Denemarken is deze vorm in verschillende mesolithische milieux gevonden, en wel vooral bij de kustbewoners, voor wie schelpdieren een belangrijk voedingsmiddel waren. Deze Ertebollecultuur is reeds 6000 jaar v. C. begonnen, maar heeft

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1957 | | pagina 6