JAARVERSLAG OVER 1956/57
UITGEBRACHT IN DE
ALGEMENE VERGADERING VAN 1 MEI 1957
DOOR DE SECRETARIS VAN HET GENOOTSCHAP
Dr. W. S. UNGER
Geachte Toehoorders.
In het afgelopen jaar heeft het Genootschap naar vermogen
zijn dubbele taak, vertegenwoordiger der wetenschappen in
Zeeland te zijn en een historisch museum te exploiteren, moei
zaam vervuld. Inzake het laatste zijn wijzigingen in bespreking,
waarop ik nader terug kom omtrent het eerste het volgende.
Het Genootschap had het verlies te betreuren van 19 leden
en 1 directeur; 11 bedankten, 9 ontvielen ons door de dood.
Onder de laatsten twee hoogbejaarden, prof. dr. J. F. van
Bemmelen en mr. R. J. H. Patijn, lid resp. sinds 1895 en 1906.
Eerstgenoemde heeft door zijn erfelijkheidsonderzoek bij de
mens en door de stichting van het Biogenealogisch Archief
vermaardheid gekregen ook tot Zeeland heeft zich zijn onder
zoek uitgestrekt.
Op de jaarvergadering werden 41 nieuwe leden benoemd,
die op vier na hun benoeming aanvaardden. Het Genootschap
telt thans 15 directeuren en 545 leden; van deze zijn resp.
9 en 312 in Zeeland woonachtig.
In het afgelopen winterseizoen werden vier spreekbeurten
vervuld door leden, die goed gemiddeld door 32 leden
werden bezocht. In de decemberbijeenkomst die van no
vember moest door plotselinge ziekte van een spreker van
buiten vervallen hield mej. dra Van Iterson een voordracht
over ,.De Etruriërs", toegelicht door een reeks bijzonder fraaie