De commissie van redactie van het Archief, bestaande uit mej. Dr.
H. C. M. Ghijsen, voorzitter, Dr. W. S. Unger, secretaris en de heer
H. Pieters, deed wederom een bundel het licht zien waarin de reeks
bijdragen tot de kennis der klederdrachten in Zeeland werd vervolgd
met een vierde stuk van de hand van de heer J. de Bree, onze conservator
van Zeeuwse klederdrachten. Dat vierde stuk handelt over „de drachten
van Schouwen en Duiveland, van Tholen en van Noord-Beveland". In
deze bundel is verder opgenomen een artikel van Dr. J. Wesseling over
„de Hervormde gemeente van IJzendijke, 1604c. 1760.'
Ook in deze verslagperiode werd onze belangrijke vluchtberg, de berg
van Troye te Borssele wederom door Dr. W. C. Braat onderzocht.
Van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen werd
voor restauratie van de poppen van de Zeeuwse klederdrachten een
incidentele subsidie toegezegd van maximaal 800,
Dr. Unger bericht over het museum:
Het bezoek aan het museum bleef bij dat over 1958 een stuk ten
achter, waarvan de uitzonderlijk fraaie zomer misschien wel de belang
rijkste factor is geweest. Het aantal betalende bezoekers bedroeg 2283,
waarvan 918 jeugdigen, aan wie tegen verlaagd tarief toegang werd ver
leend. Het vorig jaar bedroegen deze cijfers respectievelijk 2951 en 881.
De conservatorschappen hebben thans de volgende bezetting:
Zelandia Illustrata: Dr. W. S. Unger.
Vóór- en vroeg-historische voorwerpen (zgn. Stenenkamer): de heer
P. J. van der Feen, biol. drs.
Geschiedkundige voorwerpen: de heer H. Pieters.
Zeeuwse klederdrachten: de heer J. de Bree.
Munt- en penningkabinet: de heer H. Pieters.
Schilderijen: Dr. W. S. Unger (tijd.).
Porselein en aardewerk: vacat.
Kabinet van natuurlijke historie: de heer P. J. van der Feen,
biol. drs.
Niet-Europese mollusca: de heer L. de Priester.
De conservator der Zelandia Illustrata bericht dat ten behoeve van
diverse belangstellenden afbeeldingen werden getoond of inlichtingen wer
den verstrekt, terwijl ook bemiddeling werd verleend bij het maken van
fotografische reproducties. Van bijzondere aanwinsten kan geen melding
worden gemaakt.
De conservator der afdeling voor- en vroeg-historische voorwerpen
zond het volgende verslag in
V