OUDE EN NIEUWE GEGEVENS
OVER LEVEN EN ARBEID
VAN DR JOB BASTER (1711-1775)
door
W. S. S. VAN BENTHEM JUTTING en C. M. VAN HOORN
INLEIDING
De achttiende-eeuwse Zierikzeese geneesheer Job Baster is in kringen
van Nederlandse, meer in het byzonder Zeeuwse, artsen en biologen een
goede bekende. Toen de schrijvers voor de Zeeuwse Encyclopedie een be
knopte biographie over Baster samenstelden, kwam gelijktijdig de wens
op om in een iets ruimer uitvoering het leven van deze begaafde man te
schilderen, daarbij gebruik makend van oudere berichten over hem, en van
nieuwe, deels nog onbekende feiten, welke beide schrijvers gedurende hun
nasporingen hadden ontdekt.
Voor de oudere berichten maakten wij herhaaldelijk gebruik van reeds
bestaande biographieën zoals Nagtglas (1875), De Kanter (1831), Henrard
Koumans (1936), van de voortreffelijke biographie door Mortreux (1924),
en van de genealogische tabellen en aantekeningen door De Vos (1931).
JEUGD- EN STUDIEJAREN
Job Baster, geboren te Zierikzee op 2 April 1711 T), was het oudste kind
van Adriaan Baster (16841716), wijnsteker en keurmeester van meekrap,
en Maria van den Houte (16831746). Toen Job 5 jaar was overleed zijn
vader. De moeder bleef met vier kleine kinderen2), waarvan de jongste
pas in December 1716 na de dood van de vader geboren werd, in zorgvolle
omstandigheden achter. Als voogd en toeziende voogd over de minderjarige
kinderen werden aangewezen (1) Dr Hendrik Baster (16831723), oudere
broeder van Adriaan en stadschirurgijn te Zierikzee, en (2) Barent Toren,
koopman te Rotterdam, getrouwd met Adriana Baster (16801735), een
oudere zuster van Adriaan.
In de notulen van de Weeskamer van Zierikzee (De Vos, 1931, p. 214)
is vermeld, dat op 5 Mei 1722 de moeder een verzoek tot onderstand voor
1) In De Vos (1931, p. 207) is abusievelijk 1709 opgegeven. Dit werd overgenomen
door Engel (1939, p. 255).
2) Job (1711), Alphonsus (1713), Catharijna (1715) en Adriaan (1716).
29