wordt beroofd". De zoetelketen dragen de volgende namen the duke of Wellington, the queen of England, la ville d'Anvers, the London tavern, of ookNieuwe aanleg, Schippers Welvaren, in den nieuwen Polder, in onze Lieve Vrouwe of in den Heiligen Antonius. Wij moeten de verleiding bedwing- gen te gaan citeren uit dit van romantiek druipend verhaal. Het komt er op neer, dat Jan Melis, de vletter, zijn hele hebben en houwen verdrinkt en ver dobbelt, daarbij zijn vrouw, een Vlaamse, Mieke Trien geheten. Wij kunnen ons voorstellen, dat bij lezing in die tijd menige traan is weggepinkt. De schuyer, of kruiwagen en spa, of voor de vletter zijn schuit, worden de enige wapenen genoemd, waarmee de elementen worden bestreden. Wij zijn al in de tweede helft van de 19de eeuw, maar nog voor de eeuw-wende komt de grote ommekeer in de uitvoering van het grondwerk door het gebruik van werkspoor, kipkarren, locomotieven, locomobielen, heikarren, bagger molens en zandzuiger. Het aantal arbeiders voor een inpoldering werd hier- ^2 door sterk gereduceerd. Voor het laatst vernemen we van ongeregeldheden aan de uitgebreide werkzaamheden van de aanleg van het kanaal door Wal cheren met zijn sluiswerken te Veere en Vlissingen. Volgens een schatting werkten er in de zomer van 1869 aan spoorweg- en kanaalwerken 8000 a 10.000 man op Walcheren; 32) eind april van dat jaar worden op schandelijke wijze door Nederlandse arbeiders hun Belgische collegae verjaagd en ge plunderd. Een waarnemer van deze ongeregeldheden zegt hiervan,,En somme c'était une troupe sans foi ni loi, ayant de l'homme la figure seule- ment et ressemblant mieux a des bandits qu'a des ouvriers honnêtes 33)". Het beeld verschilt ook van de vorige ongeregeldheden. Het zijn arbeiders die andere arbeiders te lijf gaan. Wij zijn ons bewust, dat wij de dijkgraven wat verwaarloosd hebben. Er zullen zeker nog mensen zijn geweest zijn die dit respectabele ambt als een erebaantje beschouwd hebben, maar over het algemeen krijgen wij de indruk, dat de wantoestanden door Vierling geschetst tot het verleden be hoorden. Zoals gezegd zijn er verschillende dijkgraven aan te wijzen, die goed op de hoogte waren met de technische kant van het dijkbeheer. Een illuster voorbeeld is Abraham Caland 34). Als dijkwerkersjongen heeft hij nog enige tijd aan de Westkappelse dijk gewerkt. Wij hebben de dijkwerkers van Westkappelle buiten beschouwing gelaten, omdat we hier te maken heb ben met een gesloten groep, met een sterk doorgevoerde taakverdeling, die door de eeuwen heen aan één object werken. Caland heeft een schitterende carrière gemaakt. Na zijn aftreden als hoofdingenieur van de Rijkswaterstaat in 1854 wordt hij president van de Centrale directie van Walcheren, dijkgraaf dus. Kort na zijn overlijden in 1869, worden er voorbereidingen getroffen voor een nieuw reglement van de polder Walcheren. In een nota naar aanleiding van het ontwerp-reglement wil De Jonge van Ellemeet opgenomen zien, dat de voor zitter, mag ik weer zeggen de dijkgraaf van de polder Walcheren een ingenieur moet zijn. Dit is niet doorgegaan. Wij geloven ook, dat het niet nodig was. Het lag in de lijn van de ontwikkeling althans bij grote water schappen om naast de bestuurlijke en administratieve functies, een ge specialiseerde technische staf, met een ingenieur aan het hoofd, aan te stellen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1970 | | pagina 120