organisatie van wetenschappelijk geïnteresseerden, acht ik het een verarming. Ter voorbereiding van deze inleiding de oude uitgaven van het Archief door nemend, trof mij steeds weer de warmte, de toewijding, het enthousiasme van de verschillende conservatoren in het beheer van de aan hun zorgen toevertrouwde verzamelingen. De door hen uitgebrachte verslagen zijn nog steeds belangwekkende lectuur. Elk jaar opnieuw kon men lezen hoe de stand van zaken was. Schenkingen, aankopen, legaten werden uitvoerig be sproken en omschreven. Het kan m.i. niet anders of hiervan moet een grote samenbindende invloed zijn uitgegaan op de leden van het Genootschap. Deze band met het zo kostbare bezit van het Genootschap ontbreekt thans. Het is een m.i. bedroevend feit, dat vandaag de dag eigenlijk niemand de zo waardevolle verzamelingen kent. Aan de catalogisering is men bezig, doch hoever deze gevorderd is, weet men niet. Ik heb getracht ter gelegenheid van dit 200-jarig bestaan enige bescheiden kleine tentoonstellingen te entameren. Hierbij dacht ik in het bijzonder aan de Zelandia lllustrata een onuitputtelijke bron van wetenschap van het historisch Zeeland en aan de muntenverzameling, waarin zich unica moe ten bevinden. Het is mij niet geluktJammer Het Gedenkboek, dat ter gelegenheid van dit jubileum verschijnt komt voor een deel aan mijn wens tegemoet, door de publicatie van prenten, tekeningen en dergelijke, behorend tot de Zelandia lllustrata. Het zou, beredeneerd vanuit het wetenschappelijk niveau, dat m.i. het Ge nootschap zich in zijn 200-jarig bestaan heeft verworven, uitermate belang rijk zijn, indien het over de middelen zou kunnen beschikken om alle verza melingen weer eens opnieuw te catalogiseren en te inventariseren en de resultaten te publiceren, zoals Unger gedaan heeft met de Atlas. Men dient daarbij te bedenken, dat het Genootschap uit het bezit van deze verzamelingen geen enkel economisch profijt trekt. Alles is om niet in bruik leen afgestaan. Het Genootschap blijft echter eigenaar en draagt uit hoofde van die rechtstitel een bepaalde verantwoordelijkheid. Het zou zich dan ook de middelen dienen te verwerven om deze verantwoordelijkheid waar te ma ken. Aan het begin van mijn betoog heb ik U toegezegd, terug te zullen komen op het imago van Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen als te zijn met tradities behept. Door het overdragen van het beheer van het Zeeuws Museum aan een Stichting werd een zeer oude, zeer waardevolle traditie prijsgegeven. Een volgende traditie, die afgeschaft wordt, betreft het instituut van de di recteuren. Directeuren waren leden, die door een grotere financiële bijdrage waren vrij gesteld van het houden van lezingen, welke verplichting de normale leden wèl hadden. Bovendien schijnen directeuren in tijden van nood als het ware de vrijwillige verplichting op zich genomen te hebben het Genootschap op bijzondere wijze financieel te steunen. Bij wetswijziging van 19 december 1960 wordt het instituut van de direc teuren afgeschaft. Zulks echter niet, dan nadat een qua samenstelling bij zonder zware werkcommissie terzake advies had uitgebracht. Het Zeeuwsch Genootschap was wéér een traditie armer. Welke tradities blijven er thans nog over

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1970 | | pagina 13