een compleet Register op te nemen. Dit Register is wetenschappelijk van
groot belang, doordat de toegankelijkheid van het "Archief" er zeer door
vergroot wordt.
Ik meen in dit verband niet te mogen nalaten te vermelden, dat, met uit
zondering van 1929, toen het Archief gedrukt werd bij de Electr. Drukkerij
"Cadsandria" J. C. Ie Bleu te Breskens, het Genootschap tot op heden voor
de uitgave van het Archief steeds trouw is gebleven aan de N.V. Boekdruk
kerij en Binderij J. C. W. Altorffer, die zich tot voor kort Drukkers van
het Genootschap noemden. Waarom nu niet meer, is mij niet duidelijk.
Dat het niveau van het Archief vrijwel zonder uitzondering hoog is geweest,
is dacht ik mede een gevolg van de grote continuïteit in de samenstel
ling van de commissie. Er zijn heel weinig mutaties geweest. Ons Erelid
mej. dr. H. C. M. Ghijsen spant hier momenteel wel de kroon. Reeds een
mensenleeftijd heeft zij zitting in de commissie en wijdt haar niet geringe
krachten aan de redactie van ons wetenschappelijk jaarboek. Het Genoot
schap is haar hiervoor grote dank verschuldigd.
Het is dan ook dacht ik alleen maar in het belang van het Genoot
schap, dat ik de wens uitspreek dat de commissie er ook in de toekomst in
moge slagen de standing van het Archief hoog te houden. Dan hebben wij er
een levende, waardevolle traditie bij.
Ik hoop erin geslaagd te zijn U in het voorgaande een overzicht te geven
van hetgeen het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen in de laatste
50 jaar is geweest. Het ontbreken van een Universiteit in Zeeland geeft aan
de rol, die het Genootschap speelt, een eigen cachet. Aan de ene kant maakt
deze omstandigheid het werk moeilijker, nl. doordat adequaat referentiekader
niet direkt bij de hand is. Wij missen hierdoor ook de inspiratie, die er van
een bestaande Universitaire organisatie kan uitgaan. Aan de andere kant
wordt het werk van het Genootschap hierdoor interessanter, het wordt nood
zakelijker, het wint aan belangrijkheid.
Mogen wij tevreden zijn met het bereikte Ik zou deze vraag niet zonder
meer positief willen beantwoorden. Naast een bescheiden trots op hetgeen
bereikt werd, dienen wij ons te realiseren, dat er leemten zijn.
Rechten ontlenen aan onze leeftijd alleen gaat niet op. De Kamer van Koop
handel in Middelburg is ouder dan het Genootschap.
De Kamer is nl. de oudste in Nederland. Via de Chambre de Commerce is
zijn oorsprong terug te voeren tot het Collegie van Kooplieden, dat in 1720
werd opgericht. In zijn activiteiten van heden, is zijn oorsprong niet meer dan
een boeiende bijkomstigheid. In Gent bestaan Statuten en ledenlijsten van
het Brouwers-Gilde van 1313-1787. Daarna was het afgelopen. Activiteiten
de dato heden zijn er niet, ondanks een ontstaan in de Middeleeuwen.
Wil ons Genootschap met zijn eerbiedwaardige leeftijd, geboren in de tijd
van de verlichting, bestaansrecht hebben in de toekomst dan zal het bij de
tijd moeten blijven. Dan zal het zich moeten bezinnen op de punten waarop
het tekort is geschoten of in gebreke is gebleven. Ik noemde reeds de ver
zamelingen, waarvoor m.i. meer belangstelling had kunnen bestaan vanuit de
ledenkring van het Genootschap, dan de laatste jaren gebleken is. Verder
noem ik de te geringe samenhang tussen de leden onderling. Het bestuur zal
zich dienen te beraden welke middelen aangewend kunnen worden om hierin
verbetering te brengen. Tot slot noem ik de te geringe aandacht, die het Ge-