Boogaert, dochter van de heer Boogaert van Alblasserdam, burgemeester van Rotterdam. Uit dit huwelijk worden 2 zoons en 3 dochters geboren. 11 Na de dood van zijn eerste vrouw (12 februari 1780) trouwt hij in '82 met Petronella Clasina de Kokelaar, weduwe van mr. Daniël Jan Bouwens te Amsterdam. De familie Radermacher is zeer gefortuneerd. Mr. Daniël 'be woont in de stad een der weelderige behuizingen op de Dam, dicht bij het O.i. Huis; sinds 1763 bezit hij de buitenplaats Poppenroede-ambacht aan de Seisweg (Betje noemt het "een Paradijs" en "door hem zelf geördi- neert") 12). In 1771 laat hij er twaalf gekleurde tekeningen van maken, be waard gebleven in Zelandia iilustrata (Kon. Z. Gen. der Wetenschappen). Een belangrijke bijzonderheid, bij Nagtglas niet vermeld, vinden we in Betje Wolff's brieven en in haar lierzang, aan R. gericht Radermacher's verblijf in het buitenland in zijn jonge jaren "hij heeft Europa met verstand en niet als petit-maïtre (onbeduidende fat) gezien", schrijft ze (12 jan. '70). 13) Radermacher's bijdragen in de Verhandelingen van het Zeeuwsch Genoot schap waarvan de oudste uit 1773 dateert, tonen verschillende kanten van zijn persoonlijkheid. In de eerste plaats zijn belangstelling voor natuurweten schappen, in 't bijzonder natuurlijke historie. Uitzonderlijke verschijnselen trekken hem zie zijn nauwkeurige waarneming van "eene zonderlinge water- keering", waardoor in de vijvers van zijn buitenplaats grote sterfte onder de vissen is opgetreden 14) en de aandacht die hij vestigt op het gebruik van Gramen marinum (zeewier, groeiend aan de scheepswanden) als genees middel tegen het scorbut (scheurbuik). 15). Bovendien ging hem als beheer der der O.I.C. de kans op bestrijding van deze gevreesde matrozenziekte rechtstreeks aan. Een prijsvraag "Over de beste schepen voor de O.I.C.", werd in 1780 door het Genootschap op initiatief van Radermacher uitgeschre ven en door hem bekostigd. Ook hier toonde hij oog te hebben voor prak tische vernieuwing en verbetering. En tevens stelde hij het Genootschap in staat een aandeel te hebben in die opmerkelijke economische beweging, die zich in die tijd onder de druk van de onrustbarende achteruitgang en werkeloosheid overal in het land openbaarde. Twee antwoorden werden met goud bekroond. 16) Als ambachtsheer van Nieuwerkerk onderneemt R. nieuwe inpolderingen in deze zuid-oost hoek van Walcheren de Suzannapolder en de Clasinapolder zijn resp. naar zijn eerste en tweede vrouw genoemd. 17) Ook met Arnemui- den, de oude havenstad waaronder Nieuwerkerk gelegen is, heeft hij bijzon dere bindingen; zijn portret in olieverf hangt nog steeds in het gemeentehuis. Aan de kerk van Arnemuiden schenkt hij een nieuw orgel, met een jaargeld voor de organist, dat door een legaat ook voor de toekomst wordt vastge legd. 18) Een vorstelijke gulheid, die haar oorsprong had in Radermacher's muzikaliteit "een der grootste muziekkunstenaars", noemt Betje Wolff hem en voegt er uitdrukkelijk bij, "dat weet ik". 19) Zelf vaardig pianiste, was ze tot oordelen bevoegd. Dat in 1776 te Middelburg een vlugschrift van Rader macher's hand verscheen met de veelzeggende titel Aanmerkingen op het gewoon psalmgezang 20) toont de keerzijde der medaille; inderdaad moet het voor muzikale oren als de zijne een marteling zijn geweest, dit aan te horen. Zo is het, als we de gegevens nader bekijken mogelijk, wat meer reliëf te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1970 | | pagina 22