Aant. 5. Aldus de opgave volg. Collectie Snouck Hurgronje, Rijksar- (bij noot 11) chief in Zeeland nrs. 107,108. Nagtglas spreekt abusievelijk van 5 dochters. De oudste zoon sterft enkele maanden na zijn geboorte. Aant. 6. Radermacher speelde piano en orgel, verg. Lierzang aan Phi- (bij noot 18) lantrope p. 15: „Daar hij zijn schoon klavier bespeelt, of grootschen orgeltoon doet rijzen". Aant. 7. Nagtglas vat zijn oordeel over R. samen in de woorden (bij noot 20) „een niet onkundig maar wat zonderling man". De laatste kwalificatie berust wel vooral op een „experiment" (of grap?), bij een door R. aangeboden diner, waarover Middel burg niet uitgepraat raakt. De gastheer had een knecht opge dragen van elke gang en elke wijn, die genuttigd werd, voor af iets in een emmer te doen en toont dit onsmakelijke meng- geimoes na afloop aan zijn gasten. Aant. 8. Bedoeld is Erckenraad Snouck, weduwe van Jacob Hurgron- (bij noot 28) je (geb. 17 juni 1709 Dordrecht, gest. 6 jan. 1770, te Mid delburg). De term „dame abesse" heb ik niet kunnen ach terhalen; misschien presidente der regentessen van Wees- of Godshuizen(?). Aant. 9. James Foster (1697-1753); Betje noemt hem enige jaren (bij noot 32b) later (Br. v. 16 okt. '74, Dys. Br. blz. 139) als schrijver van een „tractaat" over de woorden Gods zoon en voegt er een opmerking bij over de grote vrijheid van drukpers, die Engeland voor heeft op de Nederlanden. Aant. 10. Een ander staaltje, ditmaal betr. R.'s indrukken in Frankrijk, (bij noot 33) Betje leeft zich zo in, dat ze het met hollands alléén niet meer af kan „Tout parle de galanterie, Bonton, beau sexe, goüt, esprit; La jeune et volage Coquette, Par philo sophies, Gens d'Epée word opgewagt, a sa toilette, ge diend de son joli Abbé, etc. (p. 7). Aant. 11. Natuurkundig Gezelschap. Zie nader dr. W. S. Unger Cat. (bij noot 38) Tentoonst. v. d. Geschiedenis der Genees- en Natuurkunde in Zeeland 1926, blz. 197 opgenomen in Bijdr. t. d. Gesch. der Geneeskunde Jg. VI, nr. 8 uit genoemd jaar; aldaar ook over Dames-Physica. Het ter plaatse vermelde notulenboek heb ik niet kunnen achterhalen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1970 | | pagina 29