1) V.e.o.B.W. Toelichting.; 2) deze brieven zijn, in tegenstelling met die van Betje aan
Gallandat niet door Dyserinck overgenomen.; 3) deze zijn gericht aan Coosje Busken,
later mevr. Huet-Busken uit Vlissingen, de eerste is van 17 okt. 1786.; 4) zie Aant. 1
achter dit art.; 5) Nieuw Ned. Biogr. Wdb. V. 244; hij staat te Vlissingen van 1748-1763,
dan naar Utrecht, waar hij blijft tot zijn dood 1795; Ester Joly (1727-1806); hun huwelijk
7 juni 1750.; 6) zie Aant. 2.; 7) dr. H. W. Fortgens, De latijnse school te Vlissingen,
blz. 54, Arch. Z. Gen. 1946-47 blz. 54.; 8) Ghijsen (diss) blz. 14-16.; 9)zie Aant. 3.;
10) Guisan a.w. blz. 677-678 geeft in noot de getuigschriften van deze hoogleraren in
extenso; zie ook (beknopter) De Lint blz. 183.; 11) V.e.o.B.W. blz. 3-8.; 12) V.e.o.B.W.
blz. 22-28.; 13) aid. blz. 18, Br. v. 3 sept. '59, eraan vooraf gaat: ,,gij dekt de fauten
met UwEdele liefden vleugel en betoont mij nog te zijn een beschermer 14) aid.
blz. 12, Br. v. 30 april '59; 15) Br. v. 12 dec., blz. 32.; 16) dezelfde br., blz. 30.;
17) als voren.; 18) resp. blz. 15 en 9-10.; 19) blz. 10.; 20) Br. v. 3 sept. '59, blz. 19.;
21) in dezelfde brief is daar al sprake van.; 22) V.e.o.B.W., Br. v. 30 juli, blz. 14, de
.bezwering" blz. 16, zie ook Aant. 4.; 23) Br. v. 3 sept., blz. 18-21, zie ook Aant. 5.;
24) Br. v. 15 febr. 1760, blz. 40.; 25) Br. v. 18 okt. 1759, blz. 23-28, passim.; 26) Br.
v. 12 dec., blz. 29.; 27) Br. v. 12 dec. ook voor volg. aanh.; 28) Br. v. 7 jan., blz. 35.;
29) die van Sabatier en Gervais, zie Guisan t.a.p. 678, noot 1 en 4.; 30a) Guisan, p.
678, geeft 26 april 1761, zie Aant. 6.; 30b) De Vliss. apotheker Conrad Rutger Busken
z.V.e.o.B.W. blz. 162.; 31a) Zij sterft 1828, 91 jaar oud, Z. Dys. Br. blz. 293 noot 1;
brief v. aug. '98.; 31b) De Lint a.s. blz. 185; 32) a. voren.; 33) Guisan a.a. 680. De
Lint denkt bij de datum 10 maart, ook bij van de Aa genoemd aan een vergissing en voegt
erbij, dat Guisan Gallandat „bovendien te Leiden laat promoveeren" Guisan spreekt
echter duidelijk van Ie grade de docteur honoris causa medicinae".; 34) Fortgens a.a.
blz. 55 (Arch. Z. Gen. 1946-47); 35) hij stond te Vlissingen, zijn eerste standplaats van
1766-1768; blijft met G. in correspondentie, zie V.e.o.B.W. Toelichting VII en blz. 169 v.;
36) de kerk stond sinds 1635 aan de Korte Vlamingstr; door brand vernield bij bombarde
ment Engelsen 1807, zie Winckelman Geschiedk. plaatsbeschr. v. Vliss. (1873), blz. 57.;
37) Fortgens a.a. blz. 55-56, waar ook de „publique promotie" van Coosje Busken, be
schreven in het dagboek van haar vader, wordt aangehaald.; 38) Guisan a.a. p. 681.;
39) Nagtglas Levensber. v. Z. art. Tjeenk.; 40) Nagtgl. a. w. art. Guépin; hss van zijn
poëzie en fragment v.e. dagboek berusten thans in Prov. Bibl. v. Zeeland; ze zijn zeker
nadere bestudering waard.; 41) Betje's eerste brief a. Gall, is gedateerd 20 dec. 1773,
V.e.o.B.W. blz. 45; Dys. br. blz. 93.; 42) V.e.o.B.W. blz. 170.; 43) Dys. Br. blz, 12,
a. Noordkerk, 31 juli '69.; 44) V.e.o.B.W. blz. 171.; 45) zie hiervoor, noot 41.; 46) V.e.
o.B.W. blz. 49; Br. Dys. blz. 96.; 47) in deze brief de reeds aangeh. passage over haar
trots op zeeuwse prestaties, z.p.13.; 48) V.e.o.B.W. blz. 60; Dys. Br. blz. 100; het is
duidelijk een antwoord op een soortgelijke uiting v. Gallandat.; 49) brief v. 14 febr. '74
V.e.o.B.W. blz. 54; Dys. Br. blz. 100.; 50) br. v. 17-1 '74 V.e.o.B.W. blz. 50; Dys. Br.
blz. 97.; Bedoeld is dr. Abr. Muller, arts, lid v. d. Raad en schepen v. Vlissingen, zie voor
zijn bijdragen Verh. Z. Gen. Jub. Uitg. 1769-1969 p. 152; hij was geb. 1741, dus drie jaar
jonger dan Betje.; 51) br. 14 febr. '74, V.e.o.B.W. blz. 54.; Br. Dys. blz. 100.; 52) 3
april '74, V.e.o.B.W. blz. 60; Br. Dys. 106.; 53) de medicus dr. Jan Engelman te Haar
lem, getr. met jongste zuster v. ds. Wolff.; gest. 1786, Betje wijdt een Lijkzang aan hem,
,,den grooten menschenvriend".; 54) Cornelis Loosjes; zie nader over hem Ghijsen, Dapper
Vrouwenleven (v. Gorkum 1954) tiende hoofdst.; 55) 19 aug. '74, V.e.o.B.W. blz. 71-72;
Dys. Br. 127.; 56) 3 april '74, V.e.o.B.W. blz. 63; Dys. Br. blz. 109. Jean Francois Mar-
montel, 1723-1799, zijn Belisaire en Contes Moraux werden zeer beroemd.; 56a) 5 juni
schrijft Betje „Duizendmaal ben ik U verplicht voor uwe berigten ook nopens mijnen groo-