ten Rousseau". V.e.o.B.W. biz. 67; Dys. Br. 122.; 57) a.v. b|z. 64 en 110.; 58) over
Aan mijnen Geest zie nader Ghijsen a.w. 16e Hst. blz. 142 v.; over Zedezang, aid. blz.
135.; 59) 14 febr. '74, V.e.o.B.W. blz. 51; Dys. Br. 98.; 60) Brief 14 febr. '74, V.e.o.
B.W. blz. 52; Dys. Br. blz. 99.; 61) a. voren; 62) zelfde brief resp. blz. 54 en 102.;
63) V.e.o.B.W. blz. 47-48; Dys Br. blz. 95.; 64) aid. resp. blz. 66 en 121.; 65) resp.
blz. 72 en 128.; 66)Brief v. 16 okt. '74, V.e.o.B.W. blz. 81; Br Dys. 135.; 67) resp. blz.
88 en 141.; 68) Jan stelt haar werk, voorzover niet te polemisch, dus op prijs.; 69) de
nota van Tjallingius heeft op een totaal van 11, vier dubbele ex.; 70) brief v. 5 juni '74
V.e.o.B.W. 69; Dys. Br. 124.; 71) br. v. 3 april '74, V.e.o.B.W. 65; Br. Dys. 111.;
72) br. 16 okt. '74, V.e.o.B.W. blz. 80; Dys. Br. blz. 134.; 73) br. 19 aug. '74, V.e.o.
B.W. blz. 73; Dys. blz. 129; 74) a.v. resp. blz. 74-76 en bijz. 130-132.; 75) resp. blz.
81-84 en blz. 135-138, de aanhaling 83: 137.; 76) brief v. 20 nov., resp. blz. 88 en 141;
Gallandat had naar de opinie van ,,de verstandige" Cootje Best gevraagd.; 77) brieven
v. 8 okt. en 20 nov.; 78) brief van 26 nov. 1775; resp. blz. 100 en 153.; 79) brief v. 25
sept. 1775, V.e.o.B.W. blz. 97; Br Dys. blz. 151; zie ook Aant. 7.; 80) brief v. 26 nov.
'75, resp. blz. 98 en 152.; 81) zie Ghijsen a.w. tweede Boek blz. 211-213 en vierde
hst.; 82) brief v. aug. 1798, V.e.o.B.W. blz. 113; Dys. Br. 295.; 83) Joh. Fred.
Hennert gaf van zijn vrouw Petronella, Johanna de Timmerman een merkwaardige levens
beschrijving vóór haar Nagelaten Gedichten (1786); de brieven van B.W. aan zijn vrouw
waren toen nog in zijn handen; zij zijn sedertdien niet teruggevonden, zie ook Nagtglas, ter
plaatse.; 84) zie Aant. 8.; 85) zie de Lint a.a. blz. 190; Guisan noemt ten onrechte als
doodsoorzaak de zeeuwse (derdedaagse) koorts.; 86) Voorbericht 9e deel Verhandelingen
Z. Gen.; het résumé bij Guisan a.a. blz. 681.
AANTEKENINGEN
Aant. 1. Tenzij anders vemeld volg ik voor de levensbijzonderheden
(bij noot 4) van David-Henry Gallandat het art. van dr. A. Guisan Un
Médecin vaudois ignoré, Revue médicale de la Suisse Ro-
mande 33e année no 9, Lausanne. Guisan geeft Yvonand
als Gallandai's geboorteplaats, een dorp aan het meer van
Neuchatel, wat ongetwijfeld de juiste lezing is. Nagtglas
spreekt van „Yvonaud, een dorp onder de gemeente Yverdun
(lees: Yverdon); dr. J. G. de Lint (Bijdragen tot de Geschie
denis der Geneeskunde, jg. VI, nr. 8 1926) geeft Yverdun
als het dorpje, waar G. wordt geboren.
Aant. 2. In een brief aan Coosje Huet - Busken in de zomer van 1798
(bij noot 6) (V.e.o. B.W. blz. 112: Dys. Br. 294-95) haalt Betje Wolff
herinneringen op aan het echtpaar Joly-Ducrocq ,,alle mo
gelijke Bekkers zijn door die braave verdienstelijke menschen
onderwezen" en wat verderop: „Mij dunkt ik zie nog dat uw
mans grootmoeder (Mme Joly) mij op schoot neemt, en
zegt „Kleintje, wanneer komt gij met uw susje Chrisje ook
bij mij? en dat ik wees als ik zo groot ben als Mademoi
selle" (Esther Joly, de moeder van Coosje's man).