is niet met zekerheid vast te stellen. Het is de eerste maal, dat een Autolytus in de wetenschap beschreven is. In het elfde stukje behandelde Slabber als eerste organisme een „Gladde Beroè", gevist op 8 Juli 1768. Zelf had hij al opgemerkt, dat het eigenlijk geen ribkwal is, omdat op de oppervlakte van het dier de vertikale lijsten met trilplaatjes ontbraken. Het is dan ook een meduse-stadium van een hy- droidpoliep, en vroeger als een zelfstandig dier aangezien. (H. Dinema Slab ben v. Ben. 13); M. Tubularia Eudendriumramosa Lin.). Deze namen heb ben betrekking op het poliepenstadium. Geldige naam van het meduse- stadiurn Leuckartiara octona (Fleming) 14). Het andere dier, door Slabber genoemd „Zand-pissebed, Oniscus arenatius", viste hij op 6 Juli 1768 toen hij bij zijn „byzonderen Vriend, Leendert Bom- me" op diens buitenplaats Burgvliet onder Oost-kapelle te gast was. Samen wandelden zij naar het strand en bij afgaand tij plaatste Slabber zijn netje voor een sterk stromende kreek en ving tussen veel zand deze wonder lijke zandviokreeft. In zijn beschrijving vermeldde hij de snelle bewegingen van het diertje :,,lk zeg, ik wierd het gewaar, en ook niet meer, want zo als ik het zag, was het door zijn vlugheid wederom in 't zand, en liet mij dus niet toe, om het met een eenvoudig vergrootglas te beschouwen; evenwel dagt mij, had ik zoveel gezien, dat het iets ongewoons was". Ook Vader (1969) wijst op de snelle wijze waarop dit dier zich in het zand kan ingraven. Deze auteur heeft verder nog vele waarnemingen over de levenswijze van de zandvlokreeft gedaan. (M. Pterygocera arenaria Latr.). Geldige naam Haustorius arenarius ("Slabber). Het twaalfde stukje bespreekt twee diersoorten, een ,,Bel-gelijkende Kwal, Medusa cymbaloidea" en een „Groene Pissebed, Oniscus viridis". Van het eerste dier, gevist op 13 Juli 1768, gaf Slabber een uitvoerige beschrijving, inclusief de waarneming van het eten van een gevangen visje door de kwal. (H. Dianaea cymbalaroides Lam.; M. Dyanaea cymbalaroides Lin.). Geldige naam Phialidium hemisphaericum (Linnaeus). Het anaere dier, een isopode, had hij gevist op 20 Juli 1768. Ook hiervan gaf hij een uitvoerige beschrijving en een zeer goede afbeelding. Het dier kon zich vlug bewegen. (H. Stenosoma viride; M. Idotea linearis Lat.). Geldige naam Idotea chelipes (Pallas). In het dertiende stukje komen achtereenvolgens vier organismen aan de beurteen „Parel-kwal, Medusa perla", een „Kermin Beroè", een „dier onder den rang der Slakken of Molluscae", en een „Slakhoorn of Helix", gevist op resp. 22, 24, 25 en 26 Juli 1768. Het eerste is een zeldzaam kwalletje, welks scherm met talloze kleine knopjes is bezet. (H. Rhizostoma perla Eschsch.; M. Rhizostoma perla Eschsch.). Geldige naam Pelagia noctiluca (Forskal) Enkele jaren geleden publiceerde S. M. van der Baan (1967) een medede ling over het voorkomen van dit kwalletje aan onze kust. De Kermin Beroè was al evenmin als de Gladde Beroè van het elfde stukje een ribkwalletje. Slabber was getroffen door de mooie karmijnkleur. „Fraai was deze kleur in het water, vooral als men er verscheiden op een hol helder glaasje bragt, gelijk men bij de Microscoopen heeft; dan zag men ze als bloedroode zantjes of koraaltjes door het water zwemmen". Dit diertje is het meduse-stadium van een hydroidpoliep. (H. Oceania coccinea; M. Syn- coryna pusilla v. Ben.). Geldige naam Turritopsis nutricula McCrady.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1970 | | pagina 61