De eerste jaren na 1919 verlopen vrij rustig. Men heeft even tijd nodig om over de gevolgen van de eerste wereldoorlog heen te komen. Dit lukt echter vrij snel. De invloed van de crisisjaren doet zich gelden, voornamelijk in financieel opzicht, maar men komt er doorheen en de normale activiteiten lijden er niet onder, vooral dank zij een vaste kern van medewerkers, die hetzij vanuit het bestuur, hetzij vanuit de leden met groot enthousiasme het doel van het Genootschap bevordert. 's Winters worden er lezingen gehouden, 5 a 6 in getal. Het Archief heeft in die jaren meestentijds een behoorlijke omvang en is doorgaans bijzonder interessant van inhoud. Het kost kennelijk weinig moeite bijdragen van be hoorlijk niveau te vinden. De uitgave is zeer verzorgd. Het aantal drukfouten is opvallend klein. De hoofdactiviteit van het Genootschap ligt in die tijd echter in het beheer van het Zeeuws Museum. Voor dit beheer waren enige conservatorschappen ingesteld. Als voorbeeld geef ik U de situatie, weergegeven in het Archief 5 1936 1) "De conservatorschappen worden thans als volgt bekleed "Zelandia lllustrata Dr. W. S. Unger; "Geschiedkundige voorwerpen en zeldzaamheden Dr. H.A.W. van der Vecht; "SteenenkamerDr. L.A.J. Burgersdijk; "Ouderwetsche kamer en Zeeuwsche Kleederdrachten; mej. P. van den Hoek; "Porselein en aardewerk de heer J.H. Klarenbeek; "Schilderijen en platen, niet tot de Zelandia lllustrata behoorend "de heer J.H. Klarenbeek; "Penningen en munten Mr. G.W.A. de Veer; "Ethnographische voorwerpen Dr. J. Dekker; "Kabinet van natuurlijke historie de heer P.J. van der Feen Jr; "Mollusca de heer C. Brakman; "Zeeuwsch herbarium de heer H.S.C. Huijsman". Voorts is er nog een commissie voor de redactie van het "Archief" en een commissie voor Zeeuwse folklore. De conservatoren brengen elk jaar verslag uit van hun werkzaamheden. Deze worden afgedrukt in het Archief en maken deel uit van het uitgebreide jaarverslag van de secretaris. De lectuur van deze verslagen is ook thans nog boeiend. Men proeft er uit met welk een toewijding en liefde dit werk werd verricht. Het Genootschap gaat mee met zijn tijd. De A.N.W.B. organiseert blijkbaar in 1937 een zg. Elf-Steden-Tocht. Het bestuur stemt er in toe de kaarten van de deelnemers bij bezoek aan het museum te laten afstempelen. Het klinkt modern Tevens wordt gunstig beslist op een verzoek van de N.S. om aan gezel schappen, die het museum bezoeken, reductie te verlenen. 2) Nieuwe inzichten beginnen kennelijk vaste voet te krijgen. De ivoren toren wordt verlaten. Een nieuwe, zakelijke aanpak begint zich af te tekenen. Dan komt de tweede wereldoorlog over ons. Aan het jaarverslag van de secretaris over 1939/1940, uitgebracht in de 1) Archief 1936, p IV. 2) Archief 1938, p II

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1970 | | pagina 7